lunchuur 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een lunchuur…
is een uur; is een periode; is een tijd
- [Doel of bestemming] is bestemd om te lunchen; is bestemd voor de lunch
Algemene voorbeelden
Ongeveer 12.00 uur was het lunchtime. Het was genieten van de goed belegde broodjes, lekkere kroketten en diverse drankjes. Het enthousiasme was van dien aard dat geen gebruik werd gemaakt van het volle lunchuur [...]. Tegen 14.00 uur waren de eerste deelnemers klaar met schilderen.
De middag na de heropening daagde Veldeman voor het eerst op als klant. Hij ging weer bij het raam zitten, bestelde koffie en een tosti, nam zijn krant door en brak zich de rest van het lunchuur het hoofd over een cryptogram.
Rond het lunchuur schuiven [...] de bureaulades open en grijpt men naar banaan en broodtrommel. In een luxueuze bui zakt men af naar een van de drie bedrijfsrestaurants of naar de in de centrale hal gelegen snackshop voor gefrituurde evergreens, hamburgers of Italiaanse bol.