merel 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een merel…
is een vogel; is een dier
- [Afmeting] is 23 tot 29 cm lang
- [Geluid] zingt als mannetje zeer melodieus; maakt een zingend geluid
- [Kleur] is als mannetje diepzwart met een oranjegele snavel en oranje oogring en heeft als vrouwtje een donkerbruine kleur met een onopvallend patroon erin
- [Bouw] is gewerveld; heeft twee poten
- [Voortplanting] legt eieren
- [Plaats] is oorspronkelijk een bosvogel maar komt nu ook veel in tuinen en in de stad voor
- [Woongebied] komt voor in heel Europa en delen van Azië
- [Leeftijd] kan 13 jaar oud worden
- [Beweging] vliegt laag en onregelmatig; stapt en hipt met pauzes
- [Gedrag] is een alleseter
- [Onderscheid of tegenstelling] is groter dan een mus, maar kleiner dan een duif; lijkt als vrouwtje op een lijster maar is slanker en heeft een langere staart
Wetenschappelijke naam: Turdus merula
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Gewervelden |
Klasse | Aves; Vogels |
Orde | Passeriformes; Zangvogels |
Familie | Turdidae; Lijsters |
Geslacht | Turdus |
Soort | Turdus merula |
Algemene voorbeelden
De merel, van oorsprong een schuwe bosvogel, kunt u tegenwoordig in elke tuin zien en horen.
De merels zijn heel luidruchtig aan het genieten van de vuurdoornbessen.
Een paartje koolmezen had het kastje aan de achterste berk in bezit genomen en was druk doende met het verzamelen van nestmateriaal. In de heg zat een merel al op eieren.
De merel was ermee opgehouden, aan de kastanje bewoog geen blad meer.
Op de paal buiten zit de merel maar het is te laat nu om nog te zingen. De grens van de schemering is overschreden, het is nu donker. In de zomer mag je in het donker fluiten, in het voorjaar niet.
In de steden leven er ook mannelijke merels die het zingen verleerd hebben en die zich niet bemoeien met het voeren van de jongen. Er leven daar zelfs vrouwelijke merels die het verschil tussen de seizoenen niet meer kennen en die in de winter proberen te broeden.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- zingen
Vlak daarna hoorde ze de merel zingen in de eiken waarin de maand mei zich net liet zien.
Buiten begint in het eerste grauwe ochtendlicht een merel te zingen.
Pas toen hij in bed lag, merkte hij hoe gespannen hij was, en hij sliep dan ook pas in toen de muggen kwamen en de merel begon te zingen.
In de kastanje zat een merel te zingen.
In de boom voor haar huis in het Sarphatipark begon een merel te zingen.
Een merel zingt bovenin een knoestige boom zijn hoogste lied, aan gene zijde van de Reest graast een ooi vredig met haar twee lammeren, de donkerblauwe bloemtrossen van de sering geuren tot op verre afstand van de stam, dichtbij schettert een ekster.
Zo hebben we daar gezeten, terwijl de schemering inzette en de merels begonnen te zingen en de kilte langzaam optrok in mijn botten.
- fluiten
In de cypressen floot een merel.
Een merel floot een toepasselijk kenwijsje, en de zon ging in rosse gloed onder in steeds opnieuw dat verrekte westen.
En naar een merel die uit volle borst zat te fluiten op het dak van de boerderij riep Soepvandekar: 'Akkes-bé oe-té!'
- vliegen
De meibloesems bloeiden uitbundig in de tuin, de rozelaar botte uit, en vanuit het vogelhuisje vloog een merel af en aan met takjes voor haar piepend kroost.
De stoet zette zich traag in beweging langs de lage, jonge rododendronhaag. Mussen en merels vlogen uit de struiken op en de zon, die af en toe achter de schuimige wolken te voorschijn kwam, weerkaatste verblindend in de achterruit van de lijkwagen.
En wat te denken van: "Er vlogen wat merels of lijsters voor hen uit, de zang bekneld door de winter."
als object bij een werkwoord
- een merel horen
Vooral in het begin van het voorjaar kunt u 's ochtends de merel horen, die op een hoge plek luid fluitend iedereen duidelijk maakt dat hij die plek heeft uitgekozen als zijn territorium.
Ze hoorde die merel. Zijn zang weerkaatste tegen de huizen. Hij onderbrak zijn frases steeds voor enkele seconden en zette dan de volgende in: luid en doordringend, ongeremd.
Net voor de dageraad hoorde Viktor de eerste merels. Het was half februari, maar het aanhoudende lenteweer had de vogels uit hun evenwicht gebracht, zodat elke morgen tientallen mannetjes de toppen van de stad opzochten om elkaar een uur lang te overtreffen in virtuoze variatie.
met adjectief ervoor
- een jonge merel
Jonge merels worden, net als veel andere jonge vogels, kaal en hulpeloos geboren. De eerste paar weken blijven ze in hun veilige nest. De volgende fase speelt zich af buiten dat veilige nest; ze zitten dan al aardig in de veren, maar kunnen nog niet vliegen.
Voor ik besef wat er gebeurt sta ik met de jonge merel in mijn handen die buurvrouw Anita aan de kaken van haar kat Mannie heeft ontrukt.
Het eindigt ermee dat ik een jong (met een wat beschadigde vleugel) weet terug te zetten in het nest en dat moeder en vooral vader als er ook maar iets engs in de wijde omgeving verschijnt zo'n kabaal maken dat de aandacht van mijn katten (ik kan ze toch niet onbeperkt gevangen houden) direct wordt getrokken. De volgende ochtend heeft Guus de laatste jonge merel te pakken en martelt hem geamuseerd dood.
- een late merel
- een vroege merel
De geluiden van de jonge zomeravond: schrille zwaluwen, een late merel, en die koele klankenregen op een gitaar, ergens, onder een mysterieus prieel.
Ze veert op: "Afgelopen zaterdag kreeg ik nog een aubade van een heel vroege merel. Prachtig."
- een zwarte merel
- een zwarte of bruine merel
- een roetzwarte merel
Op de geteerde schutting zat een glanzend zwarte merel met zijn staart te wippen.
Een zwarte of bruine merel in het donker valt minder snel op dat een die witte vlekken heeft.
Het bouwmateriaal werd opgehaald door een roetzwarte merel met een knalgele bek.
met telwoord ervoor
- een eerste merel
- de eerste merels
Een eerste merel kondigt de ochtend aan.
Net voor de dageraad hoorde Viktor de eerste merels.
Ze luisterde naar de eerste merels in het Sarphatipark.
in voorzetselgroep
- luisteren naar de merel
- luisteren naar de merels
Ik luisterde naar de merel tot het te donker was om te lezen wat ik op het papier had gekrabbeld dat onder mijn hand lag.
's Avonds bij de Mechelse stoof, met een leerzaam boek of luisteren naar de merels.
Hij vond het prettiger als hij om zes uur wakker werd en nog een uur naar de merel kon luisteren en het eerste verkeer op straat.
- het gefluit van merels
- het gezang van een merel
- de zang van een merel
Dat vrolijk makende gefluit van merels en andere druktemakers.
En dan wordt het stil, zo stil dat Boenders beneden in het Vlietbos het melodieuze gefluit van merels en verder, op de rechteroever, de beiaard van de kathedraal kan horen.
Vanmorgen heb ik de eerste vroege zang van een merel gehoord en bedacht: hoeveel mensen zullen er genieten van de zang van een vogel in de vroegte.
Hierbij wekten ook de allersnelste tempi de illusie van rust, en muzikale "grapjes" als het omdraaien van een voor de hand liggend crescendo in een décrescendo, klonken even natuurlijk als het aanzwellende en weer wegebbende gezang van een merel.
We bespreken een paar dingen die in aanmerking komen om besproken te worden en opeens realiseer ik me dat daarginds, als het ware achter Leen zijn rug, een vogel zit te fluiten, de harde, heldere, monomane zang van een merel.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: in
- merels in de binnenstad
- merels in de bomen
- merels in de tuin
Dat is in ieder geval één ding dat vooruitging: er zingen nu veel meer merels in de binnenstad en die zijn vrij.
Nu de hitte zakte, bezongen de merels in de bomen hun territorium met zo'n kracht dat hij op hun melodieën kon lopen.
Vorige week zag ik een koppel merels in de tuin van het flatgebouw.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- een broedende merel
- een wippende merel
- een zingende merel
Er zijn in Nederland zo'n miljoen merelpaartjes volgens de laatste schattingen van het SOVON. Dat wil zeggen: twee miljoen broedende merels.
Soms, dagen later, terwijl ik aan heel iets anders denk, of droom, of met mijn kop in het zand zit, of soes, of kijk naar een wippende merel op het gras, weet ik het opeens weer, heel precies.
Op dat uur, na het eten, liep ik door de bossen met Floris die me dank zij zijn absoluut gehoor de noten leerde van een zingende merel.
met ander, nevengeschikt substantief
- lijsters en merels
- merels of lijsters
- lijsters, merels en vinken
- mussen en merels
- vinken en merels
Hoog in de bomen zingen lijsters en merels en krijst al jaren een winterharde kolonie parkieten.
En wat te denken van: "Er vlogen wat merels of lijsters voor hen uit, de zang bekneld door de winter."
Vogels in de vrije natuur beginnen te zingen in het voorjaar, lijsters, merels en vinken beginnen al heel vroeg en iedere vogelkweker zal die voorjaarsbode wel kennen.
In het Warandepark heerste het vrolijke protocol van mussen en merels, en het water van de fonteinen bruiste als Spa.
Op een open plek in het bos, bij de begraafplaats, houd ik stil, er zijn geen stemmen, behalve het lawaai van vinken en merels.