met de zwartepiet zitten 1.0
de schuld hebben gekregen; in de meest nadelige positie zitten, vaak de positie van
                  de zondebok
            Algemene voorbeelden
De overheid zit nu met de zwarte piet en dat kan niet langer.
	
	
	
	De overheid zit nu met de zwarte piet en dat kan niet langer.