muts 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een muts…
is een hoofddeksel; is een kledingstuk; is een voorwerp
- [Vorm] is bolrond of spits, volgt de contouren van het hoofd en komt vaak tot op of onder de oren
- [Deel] heeft bovenaan soms een pompon of een kwastje en heeft soms oorkleppen
- [Materiaal] is gemaakt van zacht materiaal, vaak van wol, maar ook wel van bont, katoen of een kunststof als fleece of acryl
- [Functie] dient om het hoofd te beschermen tegen kou, maar wordt ook wel gedragen als modeartikel, als onderdeel van een klederdracht of bij de uitoefening van bepaalde beroepen, bv. dat van kok
- [Vervaardiging] wordt gebreid of gehaakt, bv. van wol of katoen, of wordt vervaardigd van aan elkaar genaaide stukken stof of bont
Algemene voorbeelden
Het was heel koud. Een harde noordoostenwind. 'Ik wou dat ik een muts had,' zei hij. 'Je hebt toch nooit een muts gehad?' 'Vroeger had ik mijn capuchon nog.' 'Die heb je nooit op gehad.' 'Als het zo koud was, had ik die op.'
"Een muts," zegt hij, "ze moet een muts op, anders vat ze kou."
De vorm van de muts verraadde de enorme schedel die eronder schuilging, de wangen stonden bol, alsof er een wintervoorraad voedsel in was opgeslagen, en de hals en de schouders vormden samen een breed juk dat zwaar om te dragen moest zijn.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een muts afdoen
- een muts dragen
- een muts krijgen
- een muts ophebben
- een muts opdoen
- een muts opzetten
- een muts rechttrekken
Ilona had nog een eigenaardige gewoonte, ze deed nooit haar muts af.
Verbeek, getrouwd, vader van een kind, draagt een muts en heeft een grote stapel boekwerken voor zich neergelegd.
De jarige krijgt een muts, er wordt gezongen en natuurlijk hangen er ook slingers.
Ik deed mijn muts weer op. Buitenshuis liep ik het liefst met een pet of muts op.
Vannacht droomde ik dat ik in het Vondelpark liep. Het was er helemaal niet gezellig. Ik was zo alleen ... Ik had een muts op. Zo een als ik vroeger wel heb gehad.
Hij trekt zijn jack en zijn wanten aan en zet zijn muts op.
Hij pakt haar bij haar nek, trekt haar muts recht.
met adjectief ervoor
- een donkere muts
- een hoge muts
- een lange muts
- een lederen muts
- een leren muts
- een oude muts
- een rare muts
- een smalle muts
- een warme muts
- een wollen muts
- een blauwe muts
- een groene muts
- een rode muts
- een witte muts
- een zwarte muts
- kanten mutsen
- papieren mutsen
Caroline had snel een zwarte trui aangetrokken en een donkere muts over haar oren getrokken.
Er zijn mensen die zich doodergeren aan koks die op de televisie verschijnen zonder witte koksbuis en hoge muts.
De dienstmeisjes droegen bij deze lange muts een witte schort en bij het serveren van het diner soms witte handschoenen.
Het hoofd stak uit de cockpit en we droegen nog zo'n lederen muts.
Vader komt er aangereden, zegt ons Greet. Het hoofd tussen de schouders. Zijn leren muts diep over het voorhoofd getrokken om zijn gezicht te beschermen tegen de snijdende wind en de opgezwiepte snip-sneeuw.
Tussen beschimmelde bierglazen stond het gipsen kopje van Erasmus, al had Max een van zijn clubgenoten ervan weten te overtuigen dat het zijn grootvader was met een oude muts op.
Altijd stond er zo'n eerste dag wel een meisje naast de groep, eentje met een rare muts, of met een skibroek in een kleur waar je alleen met afgrijzen naar kon kijken.
Het historisch hoofddeksel van de Grenadiers, de beremuts, vindt zijn oorsprong in de XVIIde eeuw, daar de Grenadiers bij het granaatwerpen veel hinder ondervonden van de toen algemeen gedragen, breedgerande hoeden. Men ging dan ook vrij snel over tot een smalle muts.
Vroeger, toen de winters strenger waren, kraakte de wereld in de heldere vrieskou. Als je vergat een warme muts over je oren te trekken, braken ze er met een droge krak af. En ook je neus ging dood.
Zijn hoofd gaat schuil onder een wollen muts.
Met haar blauwe muts, haar gele rok en rode mouwen is ze het vrolijke middelpunt in de schemerige ruimte.
Tot haar huwelijk draagt zij een groene muts, waar haar vlechten onderuit komen.
De eerste was een jaar of veertien, een rode muts op het hoofd, een dikke das, wanten en rode gummilaarzen rond haar voeten.
Marc Dooren uit Vledder gaat voor de blauwe ruitjesbroek, het witte jasje en niet te vergeten de witte muts.
Hij had zijn hoofd bedekt met een zwarte muts en een zwart/witte sjaal.
In de Karstenhoeve is een tentoonstelling van oud kant, kanten mutsen en zijn er talloze voorbeelden van het gebruik van kant in vroegere tijden te zien.
Eerst kwamen de voorboden: politiemannen op motorfietsen en reclamewagens van de Midi libre die gratis kranten, papieren mutsen en petjes uitdeelden.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een gebreide muts
Wat ze op de televisie zien, is een breekbare man, de gebreide muts op de witte manen, die het opneemt voor de bedreigde natuur en die nooit om een hartverwarmende frase verlegen zit als hij ons de nakende ondergang der wereld voorhoudt.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: met
- een muts met oorkleppen
Pas toen zijn moeder hem zijn jas aantrok, een muts met oorkleppen op zijn hoofd zette en samen met hem de flat verliet, begon hij nieuwsgierig te worden, een nieuwsgierigheid die naargelang ze verder van huis kwamen veranderde in opwinding.
Voorzetsel: op
- een muts op het hoofd
Een muts op het hoofd en een wind- en waterdicht jack, broek en handschoenen zijn noodzakelijk.
Voorzetsel: over
- een muts over de oren trekken
- een muts over het hoofd trekken
Aldus werden door de heren de fors gebreide mutsen over de oren getrokken, de sjaals omgedaan en aangesterkt door een bak koffie werd de oude sleepboot de volgende morgen tevoorschijn gehaald.
Op de rand van de muts was een wit lapje genaaid met het opschrift: Speedy Koning. Hij lachte, trok de muts over zijn hoofd en keek grijnzend de kring rond.
in voorzetselgroep
- met een muts op
Het kon er zo koud zijn dat de jongens gingen slapen met hun muts op.
met ander, nevengeschikt substantief
- een muts en handschoenen
- een muts en wanten
- mutsen en sjaals
- jas en muts
- een muts of een pet
- muts en schort
"Is het niet te koud?" vraagt Oda. "Ik heb je toch een muts en handschoenen gegeven?" "Ik heb ze niet nodig."
Het jongetje draagt een rode muts en wanten, zijn wangen gloeien na van de inspanningen in de kou.
Echt goed wakker werden we door de vrieskou, midden in de nacht, op weg naar de kerk. Uit alle hoeken en spleten van het dorp kropen slaperige families tevoorschijn. De schouders hoog opgetrokken in dikke jassen, met mutsen en sjaals.
In vette blauwe inkt drukte de juffrouw een stempel op de rug van zijn linkerhand en bracht de jongen naar de kapstok, waar ze zijn jas en muts ophing – zijn donkere haardos bleek erg dun, hier en daar was er een hap uit, de punten glommen vettig.
Bij koud weer is het aan te bevelen om een muts of pet mee te nemen.
Kinderjuffen, brede ruches langs hun muts en schort wandelden rondjes door het plantsoen, een zuigeling op hun arm of diep in een zwarte kinderwagen.
Vaste verbindingen
ergens (g)een hoge muts van ophebben
-
ergens (g)een hoge dunk van hebben; ergens (niet) veel verwachtingen van hebben
Synoniem: ergens (g)een hoge pet van ophebben
Sommige uitgaande vrouwen hoorden bij een bepaalde bar en andere trokken rond, sommige spraken heel deftig en andere spraken bijna helemaal niet, de meeste schenen arm te zijn maar sommige hadden zoveel geld dat ze fooien gaven aan mij en aan mijn vader, maar hoe ze ook waren, niemand had een hoge muts van ze op.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
muts 2.0
(vulgair; verouderend)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een muts…
is een geslachtsdeel; is een lichaamsdeel; is een deel
- [Geslacht] is het vrouwelijk geslachtsdeel
Algemene voorbeelden
Pure hamerliefde. (25, nou, liefde) Ik hou van meisjes die het over 'wippen' hebben, over 'hem erin blaffen', over je 'loosdoos' of 'in je muts gekletterd worden'.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
muts 3.0
(informeel)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 2.0 : 3.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een muts…
is een vrouw; is een persoon
- [Gedrag] gedraagt zich dom, onbenullig en vaak ook een beetje tuttig
Algemene voorbeelden
Er lijkt een ware catfight te zijn ontstaan tussen Tatjana Simic en Patricia Paay. Patricia vindt Tatjana maar een muts. 'Tatjana is echt een tutje! Ze heeft helemaal niets met bloot. Ze houdt er niet van. Wellicht is dat de reden dat alle kerels bij haar weglopen. Tatjana moet gewoon meer van zichzelf laten zien, maar ze is echt een muts,' zegt Patricia Paay in Story.
Volgens haar definitie zijn mutsen: vrouwen die driekwart leggings dragen, op schoolpleinen afgunstig staan te staren naar de afwezige carrièrevrouw (want die is aan het WERK). Al die vrouwen die tegenwoordig webshops beginnen met kraaltjes en zelfgemaakte puzzelstukjes: dat is geen werk, dat is gefrutsel in de marge.
Over muts gesproken. Ik heb een muts gezien. Tijdens het nieuws. Bangkok stroomt bijna over. Er wordt een Nederlandse toeriste gevraagd hoe zij de situatie inschat. Zij zegt: "Nou, volgens mij gebeurt er hier niets. Je hoort wel verhalen, maar kijk de zon schijnt, we zitten hier gezellig aan ons drankje, het gaat wel meevallen."