natuurtoerisme 1.0
het afreizen naar een bepaalde plaats of een bepaald land om daar een natuurgebied
te bezoeken, bijvoorbeeld een regenwoud of berggebied, of vanwege andere natuurverschijnselen,
bijvoorbeeld gletsjers en watervallen; het afreizen naar natuurgebieden; toerisme
naar natuurgebieden
Semagram (extra betekenisinformatie)
Natuurtoerisme…
is toerisme; is een verschijnsel
- [Toepassingsgebied of bereik] betreft toerisme waarbij natuurgebieden bezocht worden
Algemene voorbeelden
Zo is natuurtoerisme vanuit de rijke landen sterk in opkomst. De regio omvat nog altijd gedeelten met vrijwel intact regenwoud met een rijke fauna, en vrijwel iedereen die Ecuador bezoekt neemt ten minste enkele dagen jungle in zijn programma op.
Meer dan vijfentwintig percent van de oppervlakte is er beschermd. Daarnaast zijn er honderden privaat initiatieven die natuurtoerisme aanbieden. Het regenwoud is maar één van de vele natuurvormen die Costa Rica te bieden heeft.