never nooit niet 1.0
(informeel)
onder geen enkele omstandigheid; onder geen enkele voorwaarde; in geen enkel geval;
helemaal nooit
Never en nooit hebben hier geen ontkennende maar een versterkende functie.
Algemene voorbeelden
Precies de kwaliteiten die Schippers staatsman maken, diskwalificeren haar voor de populistische mediacratie, die wreed is. Dat is de vijand die ze moet blijven bestrijden, anders wordt ze never nooit niet premier.
Nu gaat het te ver, dacht hij, dit betalen ze me nooit meer terug, never nooit niet.
Vergeven? Frits Abrahams Dylann Roof vergeven? Never nooit niet, schrijft deze week Roxane Gay in een opmerkelijk heftig artikel op de opiniepagina's van The New York Times.
Pieter had geen vrouw willen worden, echt heus waar never nooit niet. En nu ging hij er een worden, omdat dat het enige was wat sense maakte.