noga 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Noga…
is een lekkernij; is voedsel
- [Gevoelsindruk] is kleverig
- [Kleur] heeft verschillende kleuren, onder andere wit en donkerbruin
- [Smaak] smaakt zoet
- [Ingrediënt] bevat doorgaans honing, suiker, glucosestroop, stijfgeklopte eiwitten, gebrande noten, zoals amandelen, walnoten, hazelnoten of pistachenoten, en/of gekonfijte vruchten
- [Functie] dient als snoepgoed en als ingrediënt van gebak, taart, ijs, pralines e.d.
- [Plaats van herkomst] is afkomstig uit landen in het Midden-Oosten en rond de Middellandse Zee, met de Franse plaats Montélimar in de Provence als bakermat voor de in Europa gegeten soorten
- [Tijd] wordt, net als chocola, traditioneel veel gegeten in de tijd van het sinterklaasfeest en op de kermis
- [Stoffelijke eigenschap algemeen] is hard of zacht
Algemene voorbeelden
Allereerst levert de onderneming een appetijtelijk gamma chocoladerepen voor supermarkten. Amandelen, noga met honing en heerlijke Belgische chocolade: een uitstekende combinatie voor tussendoortjes die u doen smelten van plezier.
Te Montélimar slaan we een voorraad noga in maar Ivette blijft naast Gaston in de wagen zitten, allicht uit vrees dat hij alleen zou wegrijden om ons een poets te bakken.
De Baby Fly (voorheen gewoon: 'de vliegtuigjes'), de carrousel en andere bonte kermisattracties werden bij de opening van het lunapark bijkans bestormd door de jongste Meppelers. Zwieren en draaien in combinatie met ijsjes, zuurstokken en noga is niet altijd zonder gevolgen, maar leuk was het wel en spannend zeker.
Nuts behoort tot de zogenaamde 'zware candybars'. Nuts is bekend vanwege zijn lekkere en unieke smaak (knapperige hazelnoten, noga en chocolade) en heeft een kenmerkende geel/rode verpakking.
Het meest verbreid zijn de geglazuurde pralines, die een kern van marsepein, noga, truffels of bonbons kunnen hebben en aan alle kanten zijn bedekt met chocola.
Combinatiemogelijkheden
met substantief ervoor
- een brok noga
- een brokje noga
- een stuk noga
- een stukje noga
Beck veegt over zijn mond, grote stukken noga kleven tussen zijn tanden.
Vannacht is de grote nacht, de nacht van de cadeautjes. Wie zoet is geweest, vindt morgen een grote sok bij de schoorsteen. Die zit dan vol met snoepgoed, vooral stukken noga en chocola, al er komt er de laatste jaren steeds vaker speelgoed bij.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
noga 1.1
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Algemene voorbeelden
Het productengamma, in voortdurende ontwikkeling, omvat meer bepaald napolitains (puur, extra puur of melk, met of zonder fijngestampte koffieboon in de chocolademassa) en minitabletten met verfijnde aroma's (noga, hazelnoot, sinaasappel, munt, koffie, thee), een waaier repen en tabletten, met chocolade omhulde koffiebonen en koffiebonen van chocolade.
Ze wilde al heel lang iets waar ze al haar "schatten" in kon bewaren. Speciaal voor haar heb ik, samen met onze medewerkster Han, deze vrolijke verzameldoos gemaakt. Benodigdheden: Houten doos; DecoArt verf in de kleuren: rood (297), wit (104), mandarijn (208), grasgroen (422) en noga (532).