nomofobie 1.0
(media, communicatie en telecommunicatie; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Nomofobie…
is stress
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is stress of angst die veroorzaakt wordt doordat men gedurende enige tijd geen mobiele telefoon tot zijn beschikking heeft; is het niet zonder mobiele telefoon kunnen
Algemene voorbeelden
Nomofobie is no mobile phobia, de angst en de stress waaraan een mens gaat lijden wanneer hij niet per gsm bereikbaar is.
Het is één ding om bereikbaar te zijn, maar het meedragen van drie telefoons, of je mobieltje om de vijf minuten checken, is iets heel anders, zegt Elizabeth Waterman. Ze is dokter in een van de afkickklinieken in Californië die steeds meer patiënten krijgen die aan nomofobie lijden; de angst om weg te zijn bij hun mobiele communicatie-apparaten.
Veel mensen hebben altijd hun smartphone in de hand, zelfs als ze naar de wc gaan. Ze raken in paniek als ze hun telefoon niet binnen handbereik hebben of als hij het niet doet: ze lijden aan nomofobie.
Steeds meer Britten lijden aan nomofobie oftewel No Mobile Phobia. Ze hebben panische angst om hun mobieltje te verliezen, om het opladen te vergeten of zonder beltegoed te komen.
Etymologie
| Aard herkomst | leenwoord |
|---|---|
| Vroegste datering | 2008 |
| Brontaal | Engels |
| Vorm in brontaal | nomophobia |
| Betekenis in brontaal | idem |
| Benoemingsmotief | Het woord is in het Engels gevormd uit no mobile (phone) phobia. |