not amused 1.0
niet blij (met); niet ingenomen (met); buitengewoon ongelukkig (met); kwaad (over)
Algemene voorbeelden
Leeftijdskorting bij Pearle. Hoe hoger de leeftijd hoe hoger de korting op een montuur. Leuk hoor. Maar mijn buurvrouw is not amused en spreekt er schande van.
Minister-president en sociaal-democraat Kok bleek gisteravond na de ministerraad not amused te zijn over deze aanval van zijn coalitiegenoot op de Belgische socialist.
De stemmingen in het Britse Lagerhuis over de sociale paragraaf bij het Verdrag van Maastricht hebben gisteravond ongetwijfeld spectaculair en spannend parlementair vuurwerk opgeleverd, maar Brussel is not amused.