ochtendploeg 1.0
groep van werknemers die gezamenlijk volgens een dienstrooster werkt in de ochtenduren;
werknemers met ochtenddienst
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een ochtendploeg…
is een groep
- [Leden] bestaat uit werknemers
- [Geheel] maakt deel uit van een ruimer ploegenstelsel
- [Tijd] werkt 's ochtends
- [Activiteit of handeling] verricht beroepswerkzaamheden
Algemene voorbeelden
Hij is niet gelukkig met de wilde staking van zijn busschauffeurs. Ongeveer zestig chauffeurs, vrijwel de gehele ochtendploeg, reed vanmorgen bij het begin van de dienstregeling niet uit.
Toen de ochtendploeg tegen vijf uur begon, was de nachtploeg in slaap gedommeld.
Combinatiemogelijkheden
in voorzetselgroep
- in de ochtendploeg werken
- in de ochtendploeg zitten
De werktijden: Je bent van maandag tot en met vrijdag op oproepbasis beschikbaar. Je werkt in de ochtendploeg van 06.00 tot 15.00 of in de avondploeg van 15.00 tot 23.30.
Hoe laat wil jij trouwens vertrekken? Zitten we weer in de ochtendploeg?