oetlul 1.0
((vooral) in Nederland; vulgair; beledigend)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een oetlul…
is een persoon
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is in de ogen van de spreker of schrijver buitengewoon dom, gemeen of onhandig
- [Geslacht] is van het mannelijk geslacht
Algemene voorbeelden
Trainer Dick Advocaat van AZ werd zondagmiddag in de slotfase van de door zijn club verloren uitwedstrijd tegen Ajax (1-0) naar de tribune gestuurd, "Want ik noemde hem oetlul'', verduidelijkte de boosdoener. "Volgens mij is dat geen heel goed Nederlands. Hij had me dus mogen laten zitten.''
De conducteur had toen nog enig gezag in de trein. Daarin is inmiddels verandering gekomen. "Waar staat, dat ik niet met mijn voeten op de bank mag zitten", is nu het meest waarschijnlijke antwoord dat hij heden ten dage zou krijgen, als het al niet iets is in de trant van: "Bemoei je met je eigen zaken, oetlul!"
Omdat haar stemgeluid onveranderd was gebleven [...], vergat ik soms dat hij was veranderd in zij en ontviel me haar vroegere naam. Dan corrigeerde ze me zonder wrevel: 'Ik heet Renate, weet je nog wel?' Haastig mijn excuses formulerend , stotterde ik daarbij eens dat ik me vanwege mijn stommiteit een oetlul en een zak, een stomme kloot vond. Hierop reageerde zij: 'Uit een vorig bestaan herinner ik me de lichaamsdelen waarmee je jezelf vergelijkt.'
De staatssecretaris [...] pakte nog een boek van de stapel. Boze brieven van Bijkaart, een wat ouder werk van Hermans. De staatssecretaris veronderstelde dat daarin zijn naam niet zou voorkomen, maar op pagina 396 vond hij een foto van zichzelf. Hermans had er eigenhandig met een pen een onderschriftje bijgeschreven, dat luidde: "Maar zij zèggen niets anders, oetlul!" Oetlul. De staatssecretaris keek naar dat mooie, maar absurde woord.
'Die meneer Crommenie, daar valt heel moeilijk mee te werken. Zijn ideeën zijn enorm ouderwets […]. Het blijkt dat hij niet over de minste modern-technische apparatuur beschikt […]' 'Als die Crommenie ouderwets is, wat is daar dan op tegen? Ten eerste, de testopdracht die jullie hebben gekregen gaat over een boek uit de zeventiende eeuw, dacht je dat ze toen paintboxen en mackintoshen hadden? Als het in Engeland regende misschien, maar voor de rest deden ze het met eerlijk handwerk, oetlul.'
'Jezus, ik heb er vier jaar over gedaan om deze operatie op poten te zetten, Nick. En dan laat een of andere oetlul zich hierheen sturen om het te verpesten.' Dat van die oetlul zat me niet lekker. 'Vier jaar voor wat? Wat voor operatie? Waar heb je het verdomme over, Sarah?'
Ze kwam naast mij zitten en keek mij aan. 'Maak je je kamer regelmatig goed schoon?' 'Mens, houd toch op. Ik ben student, dan moet je kamer juist een zootje zijn. Als je hok er netjes uitziet, sta je voor paal, sta je voor lul, ga je af als een gieter en ben je een oetlul van de eerste categorie.'
Combinatiemogelijkheden
met onbepaald voornaamwoord
- een of andere oetlul
Een of andere oetlul met een baardje en een héééééél erg dun nekje werd erg boos op mij, ook omdat ik eerst had beweerd dat ik de biografie een klotegenre vond om vervolgens alle goede zaken van de biografie op te noemen (roddels, anekdotes). Hij vond dat ik geen consistente mening had.
Vaste verbindingen
de oetlul!
-
kwalificerende frase met zinsvalentie, vaak in een uitroep, die volgt nadat in de context iemands gebreken of gebrekkige handelingen aan de orde zijn gesteld
'Heeft Baels gespeeld? En verloren? Met het geld uit de partijkas?' 'Ja […].' 'De kalfskop! Wanneer was dat?' 'Een kleine twee jaar geleden.' 'Enkele maanden voor die aanbesteding.' 'Ja.' 'Ik kan het niet geloven. De oetlul!'
Ze zette het vergiet met de oren opzij op haar hoofd, spreidde haar armen en draaide zich met de moed der wanhoop om. 'En!' Hij zat achterover in de vorige week tussen de afval gevonden maar nog goed zittende fauteuil [...]. 'Hay ...' Hij zag niks. De oetlul. Ze begon door de kamer te hupsen en trok haar rok tot de heupen op. 'Hoe vin-je me benen!' riep ze, al dansende.