ongelukskind 1.0
kind dat nooit geluk heeft; kind dat met relatief veel tegenslag te kampen heeft
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een ongelukskind…
is een kind; is een persoon
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een kind dat nooit geluk heeft; is een kind dat met relatief veel tegenslag te kampen heeft
Algemene voorbeelden
Whaha ik ben echt een ongelukskind. Ik had helemaal een samenvating gemaakt + 1 gekocht. Had mijn paper uitgeprint. Dus ik denk ga even mijn samenvatting doorlezen en mijn paper inleveren [...]. Ik haal al mijn spullen uit mijn tas, alles is nat. Ik pak mijn flesje water, haha, zie ik dat de dop niet goed dicht gedraaid is.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
ongelukskind 2.0
kind waarvan wordt gezegd of gedacht dat het ongeluk brengt; kind dat ongeluk zou
brengen
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een ongelukskind…
is een kind; is een persoon
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een kind waarvan wordt gezegd of gedacht dat het ongeluk brengt; is een kind dat ongeluk zou brengen
Algemene voorbeelden
Ik was op de 'verkeerde' dag geboren. Op dezelfde dag als dat mijn biologische papa jarig is en dat zou ongeluk brengen in het gezin. Dus werd ik afgestaan. Ik ben dus een ongelukskind.