opaak 1.0
Algemene voorbeelden
Het opaak worden van glas vertaalt zich in het verlies van transparantie. Zoals bij irisering signaleert dit verschijnsel een onomkeerbare aantasting. Deze aantasting kan meer of minder uitgesproken zijn, en zich in verschillende vormen manifesteren: een witte of grijze sluier, bruinachtige oppervlakkige plekjes of vlekken, een algemene bruine kleur doorheen de hele dikte van het glas, totaal verlies van de glasachtige toestand met radicale kleurverandering, algehele verbruining.
Hij speurde de zaal af. Hugo danste met zijn oudste dochter en stond met zijn rug naar hem toegedraaid. Hij keek Gabriela aan, knikte, liet haar los en verliet de zaal, aan de overzijde, waar het licht rood was en opaak.
Terwijl de rest van de kledingmaterialen vaak transparant oogt en doorkijk een modebegrip is geworden, zijn kousen meer dan ooit opaak. En opaak is vaak synoniem van sterk.
Hij beleefde zijn oorlog in het oog van de orkaan, in de suizende, zuigende stilte waar het trommelvuur tot een glazig zwijgen was verdicht en de doodsschreeuw van velen tot een opake vernislaag over de werkelijkheid was gestold.
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- opake kleuren
- opake tinten
Kleurlenzen zijn leverbaar zonder of met correctie en in kleurversterkende of opake tinten.
Iedere airbrush reageert toch weer anders op bepaalde verfsoorten. En dit geldt zeker ook voor de mate van verdunning van de verf. Om te beginnen met airbrushverfsoorten kun je het beste de transparante kleuren: magentarood, citroengeel, en cyaanblauw gebruiken en de dekkende (opake) kleuren wit en zwart.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
opaak 2.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Algemene voorbeelden
Ze vergelijkt de interface van MS-DOS en Macintosh en stelt vast dat we gewoon zijn geraakt aan opake technologieën.
Het duidelijkste van allemaal is nog de psycholoog René van Hezewijk die na een verhandeling over de precieze aard van ironie - 'de mededeling moet opaak en transparant tegelijk zijn' - eindigt met vragen als: 'Hebben architecten geen gevoel voor humor of willen ze het niet tonen?' Uit zulke vragen blijkt dat hij vindt dat humor in de architectuur niet bestaat.