opdweilen


opdweilen 1.0

( Met betrekking tot (gemorste) vloeistoffen of met vloeistof vermengde zaken, zoals overgeefsel)
met een dweil opnemen; met behulp van een dweil van de grond, van de vloer of van iets anders verwijderen; met een dweil ergens vanaf halen; met een dweil weghalen, wegnemen

Algemene voorbeelden


Haar baas zei dat ze de scherven moest opruimen, het verspilde bier opdweilen, de toeristen van andere consumpties voorzien en dat allemaal zo snel mogelijk voor er wat zou zwaaien.

Uitgeverij Guggenheimer, Herman Brusselmans,

Joviaal roept hij: 'Ha, jongens, is er nog koffie?' Met een verontschuldigend gebaar wijst Niek naar de grond om hem heen. 'Sorry, die heb ik net opgedweild.'

Dossier vrouwenhandel, Ed van Eeden,

Het was een hele consternatie die keer dat de waterketel op de grond viel. Hanna had lang op haar knieën moeten liggen om al het water opgedweild te krijgen.

Anna, Hanna en Johanna, Marianne Fredriksson,

Altijd hangt dat aura van goddelijkheid en verhevenheid om haar heen, het maakt wat dat betreft niet uit of ze deelneemt aan een grappige, interessante conversatie met gasten of de kots van de dieren opdweilt.

De steen der wijzen, J.M.A. Biesheuvel,

Hij overmeestert mevrouw Poulders en sluit haar op in de linnenkast, samen met een horde huisspinnen. [...]. Hij laat haar een tijdje tekeergaan, maakt haar af met zijn stiletto en dweilt het bloed op dat uit de kast spat.

Naakte zielen, Luc Deflo,

Hij bukte zich, duwde haar voet weg en dweilde het plasje bier op.

De kinderen van Arthur, Kristien Hemmerechts,

Mama zette de emmer naast hem neer en kwam met gevouwen armen naast ons staan toekijken. Hoe hij zijn braaksel opnam, de dweil spoelde, de vloer wreef. Ze zweeg geen seconde, gaf op elke beweging commentaar. 'Niet open smeren maar opdweilen, lamzak, ook de kleine brokken... en ge moet de dweil eerst met uw andere hand uitwringen, hoe dikwijls moet ik dat nog zeggen.'

Koud, Geertrui Daem,

Als hij haar in de slaapkamer had vermoord, moest haar man de sleepsporen toch gezien hebben? Er waren alleen sporen van en naar het bed. Wat met het bloed in de gang? Had hij het opgedweild en de dweil meegenomen? Was de doordrenkte dweil zijn oorlogsbuit? Zat hij er nu in een donker hoekje aan te ruiken of aan te likken?

Naakte zielen, Luc Deflo,

Vaste verbindingen


iemand kunnen opdweilen

  1. iemand die er zeer slecht aan toe is, als het ware met een dweil kunnen opvegen

    Synoniem: iemand kunnen opvegen

    Drews omgeving houdt intussen het hart vast en heeft al nachtmerries over nieuwe inzinkingen met drank en drugs. Je kon haar opdweilen, weet een kennis te melden, die er getuige van was hoe haar jukebox, schilderijen en kleren een paar weken geleden in Los Angeles in de verhuiswagen werden geladen. Als eerste lijkt haar lijn er aan te moeten geloven. De klassieke Amerikaanse reactie op stress en verdriet bestaat uit het leegplunderen van de koelkast en ook Barrymore heeft zich op de vette happen gestort.

    Trouw,