opkoken 1.0
Algemene voorbeelden
Voor gebruik dienen de porties even opgekookt (en vervolgens weer afgekoeld!) te worden.
Combinatiemogelijkheden
met object
- de melk opkoken
Kook de melk op en los hierin de cacaopoeder en de suiker op.
Kook de melk op met de dikke kokos. Sla de eierdooiers op met de suiker. Giet dit als de melk kookt op de suiker- en eierdooiermassa. Zet dit weer terug in de pan op het vuur en kook dit langzaam gaar.
opkoken 2.0
Algemene voorbeelden
Giet het braadvocht van de hazerug weg, deglaceer de braadschotel met de rest van de muskaatwijn. Schraap de aanbaksels goed los. Laat nog even opkoken en giet de wijn uit de braadschotel bij de ondertussen ingedikte fond-roomsaus.
De schil van 2 sinaasappelen in fijne reepjes snijden en driemaal laten opkoken in water.
1/4 liter melk aan de kook brengen en daaraan onder voortdurend roeren het papje toevoegen. Flink kloppen met de garde en even laten opkoken.
opkoken 3.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 3.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Opkoken…
is een handeling
Hoofdsemagram: oprakelen
Algemene voorbeelden
Ik was van plan om haar die kruidige anekdotes te vertellen, waarmee de bezonken controverse tussen Leopold en wijlen professor Merly werd opgekookt, maar toen ik in haar flat stond, verging me de lust daartoe.
opkoken 4.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Opkoken…
is een handeling
Combinatiemogelijkheden
met bijwoord
- even opkoken
Indien je vanuit dit bottelvat je flessen uitvult, zit in elke fles evenveel bottelsuiker én een portie verse gist! Indien je goede kroonkurken gebruikt die je even opkookt voor bottelen en er zorg voor draagt dat ze goed afsluiten, kan het bijna niet meer mis gaan (natuurlijk moet je het bier wel even warm wegzetten voor de nagisting op fles!).