opperhoofd


opperhoofd 1.0

iemand die aan het hoofd staat van een stam; stamhoofd; in het bijzonder ook: iemand die aan het hoofd staat van een indianenstam

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een opperhoofd…

is een hoofd; is een persoon

  • [Groep] staat aan het hoofd van een stam; staat aan het hoofd van een indianenstam

    Algemene voorbeelden


    Een khan (of chan) was volgens het woordenboek het hoofd van een der Mongoolse stammen. Toen die stammen zich in de twaalfde eeuw begonnen te verenigen, kozen zij een gezamenlijk opperhoofd. Dat werd Temoedsjin, die zij Djengis noemden (of Djingiz of Genghis), wat de Almachtige of de Onwrikbare moet betekenen.

    De Standaard,

    Toch hebben de Sierra Leonezen geprobeerd er het beste van te maken. Het was ook niet makkelijk. Hoe betrek je hondervijftig inlandse stamhoofden, die als vorsten over hun koninkrijkjes regeren, bij een parlementair bestel? Het Britse gezag had zich beperkt tot het innen van belasting. De opperhoofden droegen een staf van suikerriet met een koperen knop waarop het Britse wapen stond gegraveerd - verder reikte de koloniale bemoeienis niet.

    NRC,

    Combinatiemogelijkheden


    met koppelwerkwoord


    • een (indiaans) opperhoofd zijn

    "Wie is dat?' vroeg ik Elinore, mijn oudste nichtje, dat [...] alle helden van Brazilië kent uit de geschiedenislessen die zij haar kinderen heeft overhoord. "Arariboia was een indiaans opperhoofd dat met zijn krijgers de Portugezen hielp om de Fransen te verdrijven'. "Lang geleden?' "O ja, helemaal in het begin van hun vestiging hier, zo'n vierhonderd jaar geleden.'

    Een broer in Brazilië, Beb Vuyk,

    met voorzetselgroep


    Voorzetsel: van

    • het opperhoofd van de blauwvoeten
    • het opperhoofd van de Powhatanstam
    • het opperhoofd van de Suquamish- en Scholitzastammen

    Dorstige Beer is het opperhoofd van de blauwvoeten, een indianenstam herkenbaar aan hun blauwgeverfde voeten (in tegenstelling tot de groenvoeten en geelvoeten).

    http://www.luckyluke.nl/personages/dorstigebeer.htm

    De archeologen hebben twee jaar lang gezocht achter het houten fort dat werd gebouwd door pioniers onder leiding van kapitein John Smith. Dat is de man die de geschiedenisboekjes inging als de eerste blanke die een relatie had met een Indiaanse: Pocahontas, de tot dan nog maagdelijke dochter van het opperhoofd van de Powhatan-stam.

    De Standaard,

    Meer dan 10.000 jaar hebben er Indianen in en rond Seattle gewoond. De stad zelf is dan ook genoemd naar Sealth, zoon van Schaweabe, opperhoofd van de Suquamish- en Scholitza-stammen. Midden op Pioneer Square staat een totempaal van de Tlingit-Indianen uit Alaska.

    NRC,

    voorafgegaan door als


    • als een (soort) opperhoofd

    "Menebhi kan het gewoon niet verdragen dat zijn generatie van bestuurders haar langste tijd heeft gehad. Hij ziet zichzelf als een soort opperhoofd van zijn gemeenschap. Maar het enige wat hij doet, is protesteren tegen de oorlog. Aan de problemen die leven bij de Marokkanen in Amsterdam doet hij niets."

    De Groene Amsterdammer,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    opperhoofd 2.0

    iemand die aan het hoofd staat van een organisatie; ook: vooraanstaand, gezaghebbend persoon

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een opperhoofd…

    is een persoon

    • [Geheel] staat aan het hoofd van een organisatie

      Algemene voorbeelden


      Men zal natuurlijk wel een of ander voorwendsel vinden om Bourlet een blaam te geven en zijn onderzoek verder te dwarsbomen. Maar het staat nu definitief vast dat Bourlet vanuit de hoogste regionen wordt tegengewerkt. Daar kan maar één reden voor zijn: er werden inderdaad politieke opperhoofden op de filmcassettes van Dutroux herkend en/of men heeft een klantenlijst van het pedofilienetwerk ontdekt, waarop namen van vooraanstaanden voorkomen.

      De Standaard,

      Combinatiemogelijkheden


      met koppelwerkwoord


      • opperhoofd zijn

      Speer was gedurende de oorlog van het Derde Rijk opperhoofd van alle industrie, maar een Gauleiter Sauckel, een politieke man, moest voor de arbeiders zorgen.

      De dronken kanarie, Jan Gerhard Toonder,

      met voorzetselgroep


      Voorzetsel: van

      • het opperhoofd van de kerk
      • het opperhoofd van Sun Microsystems

      "Terzelfder tijd werd het concept van de pauselijke macht opgebouwd. Voordien was de paus niet veel meer dan de bisschop van Rome. Op het einde van de 11de eeuw werd hij effectief het opperhoofd van de kerk, met steeds groeiende politieke en wereldlijke macht."

      De Standaard,

      Was dat stuk geschreven door de voorzitter van een ludieke vereniging, dan had niemand er enige aandacht aan besteed. Maar Joy is medeoprichter en wetenschappelijk opperhoofd van Sun Microsystems, een van de gangmakers in Silicon Valley.

      De Groene Amsterdammer,

      opperhoofd 3.0

      (archaïsch)

      iemand die ten tijde van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) gezag had over een bepaald gebied; bestuurder bij de VOC

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Een opperhoofd…

      is een bestuurder; is een persoon

      • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] had ten tijde van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) gezag over een bepaald gebied

        Algemene voorbeelden


        In buitengewesten waar de VOC een territoriaal gezag uitoefende zorgden een Gouverneur en een Raad van Politie voor de uitvoering van het VOC-gezag. In de minder belangrijke nederzettingen zorgden Commandeurs, Gezaghebbers, Residenten, Opperhoofden en de Raad voor de uitvoering van het VOC-gezag.

        http://voc.histocasa.nl/

        Eind augustus 1704 kwamen Van der Haeghe en zijn kornuiten in Nagasaki aan. Het 'opperhoofd' van Deshima, Gideon Tant, werd uitgenodigd de gevangen Europeanen te komen bezichtigen en ondervragen ten einde hun identiteit en bedoelingen vast te stellen.

        NRC,

        De informatie over de verhoren door het opperhoofd zijn ontleend aan het dagregister van Deshima, het journaal dat het opperhoofd dagelijks bijhield.

        NRC,

        Woordfamilie


        Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen