paasweekend 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een paasweekend…
is een weekend
- [Samenstelling] bestaat uit Goede Vrijdag, paaszaterdag, paaszondag of eerste paasdag en paasmaandag of tweede paasdag
- [Duur] duurt over het algemeen vier dagen, van vrijdag (Goede Vrijdag) tot en met maandag (tweede paasdag)
Algemene voorbeelden
Onheilspellend veel Duitsers doorkruisen België, op weg naar Nederlandse kust [...]. Nee, ze rijden niet enkel in BMW's en Mercedessen. Sommigen hebben zelfs een Skoda. Een oude. Of ze rijden met motoren. En niemand van hen heeft een Bockwurst in de picknickmand zitten. Maar allemaal doorkruisen ze ons land, op weg naar de kust om het paasweekend door te brengen. Onze kust? Neen, die van de Hollanders. Maar toevallig ligt België op de route, dus daar moeten ze even door.
Gedurende het komende paasweekend zal een groot aantal scouts uit het hele land naar Dwingeloo komen om deel te nemen aan de HIT, een landelijke activiteit van Scouting Nederland.
Liefst drieduizend mensen bezochten de tentoonstelling op tweede paasdag. Over het hele paasweekend genomen waren dat er meer dan vijfduizend.
Pasen heeft met Jezus te maken [...]. Maar na enig brainstormen komen ze toch nog bij de verrijzenis terecht, al heeft het paasweekend voor hen geen enkele religieuze betekenis meer.