patjepeeër 1.0
((vooral) in Nederland; pejoratief)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een patjepeeër…
is een persoon
Hoofdsemagram: patser
Algemene voorbeelden
Een door omstandigheden schatrijk geworden patjepeeër zal juist aan zijn weelderig gedekte dis de patjepeeër bij uitstek zijn.
'Mamma, jij bent socialist, jij kunt toch geen vriend hebben die in een Mercedes rijdt?' Hoe mijn moeder een affaire kon hebben met een patjepeeër als P. vond ik destijds een absoluut raadsel.
Men kende mij daar nog en de poortwachter trad naar voren met een hand op de rug, zoals portiers doen van luxe hotels als ze een miljoenenzware patjepeeër zich uit zijn auto zien kantelen, en boog.
Als niemand zich meer aan een regel houdt, kun je besluiten de regel overboord te gooien. Dat 'hun hebben' het gaat redden, is onwaarschijnlijk. Die regel is sterk sociaal geladen, en wordt vaak geassocieerd met de taal van de patjepeeër."
Marc De Coster omschrijft patjepeeër in zijn Groot Scheldwoordenboek (2007) als: "proleet [= onbeschaafd persoon] die zich in de beau monde ophoudt maar door de elite wordt afgewezen wegens gebrek aan beschaving". Een patjepeeër was oorspronkelijk iemand die weliswaar veel geld had, maar zich (in elk geval in de ogen van de elite) niet beschaafd gedraagt. Tegenwoordig overheerst vaak het onbeschaafde, ordinaire aspect en hoeft een patjepeeër niet per se rijk meer te zijn.