peignoir 1.0
( Publiek domein )
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een peignoir…
is een kledingstuk
- [Afmeting] reikt vanaf de schouders tot onder het middel, varieert in lengte en komt vaak tot ongeveer aan of onder de knieën of reikt tot de enkels
- [Vorm] heeft vaak de vorm van een loshangende mantel
- [Materiaal] is gemaakt van een dunne, vaak glanzende of enigszins doorzichtige, comfortabele stof of, in ruimere toepassing, ook van andere zachte, warme materialen
- [Plaats] wordt in de slaapkamer of ruimer binnenshuis gedragen
- [Tijd] wordt meestal gedragen vlak voordat men zich te bed begeeft of 's ochtends wanneer men het bed verlaat
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] hangt los als een mantel of wordt, in ruimer gebruik, met een ceintuur om het middel vastgemaakt
- [Gebruikswijze] wordt over nachtkledij of ondergoed gedragen
- [Gebruiker] wordt door vrouwen gedragen
- [Omstandigheid] wordt vaak bij het maken van het toilet gedragen, tijdens het borstelen van het haar en het aanbrengen of verwijderen van make-up e.d.
Algemene voorbeelden
Prachtige peignoir in een transparante stof. Mouwen en kraag zijn afgezet met maribuveertjes. De peignoir wordt gesloten met een satijnen lint en de schouders hebben een doorgestikt satijnen beleg.
Zelfs tijdens de ziekte van mijn moeder liep de wekker om kwart over zeven af, hoorden we haar stap in de gang, werden we om halfacht gewekt. Mijn moeder droeg haar peignoir en had haar haar niet opgestoken, maar verder was er geen verschil.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een peignoir aanschieten
- een peignoir aantrekken
- een peignoir omslaan
- een peignoir uittrekken
Meteen sprong Suzanne op en schoot een peignoir aan.
Yvette had een peignoir aangetrokken, ze maakte een kop warme melk voor me klaar.
Ze kwam uit haar bed, schoof in haar muiltjes, sloeg haar peignoir om het lichaam, opende de deur van haar kamer en liep de met gekrijs gevulde gang op.
Suzanne maakte korte metten en trok haar peignoir uit.
met adjectief ervoor
- gebloemde peignoir
Door het zolderraampje ving hij nog net een glimp op van mama's gebloemde peignoir.
- flanellen peignoir
- zijden peignoir
Tête-de-nègre zat tegenover hem, nog half-slapend. Ze zoog aan haar sinaasappelsap. Ze zaten voor het openstaande raam, aan de ronde tafel. Tête-de-nègre droeg een dunne, flanellen peignoir. Met verschoten kleuren. Ernest voelde de slaapwarmte van haar lichaam.
Ze strijkt met haar vingers langs haar zijden peignoir.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- blinkende peignoir
Ze slaat een blinkende peignoir om die voortdurend openvalt, en zittend op de rand van het bed trekt ze haar nylonkousen strak aan.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- gewatteerde peignoir
Ze pendelde de godganse dag in een roze gewatteerde peignoir door het huis, van de ijskast naar de wc, van de wc naar het gasfornuis.
in voorzetselgroep
- in peignoir
- in een peignoir
- in mijn peignoir
Ik tracht me de situatie voor te stellen. De koerier van SelektVracht belt aan op het adres waarvan hij denkt dat het op het pakje staat. Er doet een mevrouw in peignoir open, of een meneer in peignoir. De koerier biedt het pakje aan.
Een hele dag geen verplichtingen hebben zodat je tot de middag kan rondlopen in een peignoir.
'Nee,' zei mama loom. 'Ik verveelde mij, en ik zat al een hele ochtend in mijn peignoir. Ik dacht: nee, vandaag doe ik mijn schort niet aan. Buik of geen buik, ik trek een keer iets fleurigs aan.'