pepermuntje 1.0
Bron:
PDPics
(
Publiek domein
)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een pepermuntje…
is een snoepje; is een lekkernij
Algemene voorbeelden
De eerste indruk is van primordiaal belang. Er zijn veel werkgevers die daar veel aandacht aan schenken. Blijf gewoon jezelf! Als je een vrouw bent, smeer dan geen ladingen make-up op of gebruik niet te veel parfum. Een frisse adem is tevens belangrijk. Gebruik hiervoor een pepermuntje.
Met mijn tong schoof ik het pepermuntje van mijn ene wang naar de andere.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een pepermuntje nemen
- een pepermuntje pakken
- een pepermuntje willen
- pepermuntjes uitdelen
Maurits nam een pepermuntje. Het verbaasde hem dat hij geen slaap had. Hij spreidde zijn jas over de bank tegenover hem en legde er zijn voeten op.
Hij voelde dat zijn ontbijt slecht verteerde. Het zuur brandde in zijn maag. hij nam een pepermuntje en stak het in zijn mond.
Afgezien van het feit dat er ook echt alleen mensen op leeftijd waren afgekomen op het stuk (het eerste wat iedereen deed was een pepermuntje pakken), was het helemaal niet zo zeer een voorstelling voor ouderen.
Als ik naast Oscar in de Opera zit voel ik de spanning van hem af stralen. Het scheelt een vest! Hij vliegt van z'n stoel van schrik als ik vraag of hij een pepermuntje wil.
Rembrandt haalt een rol pepermunt uit haar cilindervormige witte tas. 'Wilt u een pepermuntje?' 'Ja, lekker fris.' 'Geeft u maar door.' 'Wilt u een pepermuntje?' 'Graag.' 'Niet van mij, hoor, maar van mevrouw daar.' 'Wilt u het doorgeven.'
We rangschikten de stoelen steeds in een andere opstelling, als kerk, als schooltje of als trein, of we hielden een pianovoorstelling. Mijn broer speelde soms voor priester en deelde pepermuntjes uit aan zijn gelovige, kerkliederen zingende zusjes.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: in
- een pepermuntje in zijn mond (steken)
Velge stak een pepermuntje in zijn mond, deed enkele nekwerveloefeningen en liep met tegenzin terug naar de autopsiezaal.
Hij keek op haar neer terwijl ze een pepermuntrol doormidden brak. "Zo'n rugzak staat je gewoon pittig!' besloot hij. "Ja, maar nu draag jij hem. Wil je d'r eentje?' Hij stak het pepermuntje in zijn mond en verrekte meteen van de kiespijn.
in voorzetselgroep
- op een pepermuntje zuigen
Ron zoog op zijn pepermuntje. Hij leek het lekker te vinden.
met substantief ervoor
- een rolletje pepermuntjes
Als een meelzak liet Margriet zich neerploffen op haar vaste stoel achter Dimi. Ze diepte een rolletje pepermuntjes uit haar tas op en hield het eerst Dimi en vervolgens mij voor.
Hij haalt een rolletje pepermuntjes uit zijn zak, neemt er eentje van en geeft ze dan aan mij. 'Voor in het vliegtuig,' zegt hij. 'Stuur me een kaartje.' Hij zoent me en ik voel tranen in mijn ogen alsof dit de laatste keer is dat we elkaar zien.
met ander, nevengeschikt substantief
- kauwgum en pepermuntjes
Jaarlijks blijft er voor de gokindustrie tussen de vijf en tien miljard dollar aan netto winst over. Dat is volgens mijn favoriete boekje Las Vegas Trivia 171 dollar per seconde. Alleen US Mint, een firma die kauwgum en pepermuntjes fabriceert, weet nog sneller winst te genereren.