pina 1.0
((vooral) in Suriname)
Zuid-Amerikaanse palmboom waaraan açaibessen groeien; açaipalm
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een pina…
is een palmboom; is een boom
- [Woongebied] groeit in Zuid-Amerika
- [Behandeling of bewerking] heeft bladeren die gebruikt worden als dakbedekking
- [Product of vrucht] brengt açaibessen voort
Wetenschappelijke naam: Euterpe oleracea
Rijk | Plantae; Planten |
---|---|
Stam | Embryophyta; Landplanten |
Klasse | Bedektzadigen |
Orde | Arecales |
Familie | Arecaceae |
Soort | Euterpe oleracea |
Algemene voorbeelden
Van de rivier af herkent men de pina dadelijk aan de lichtgekleurde, gladde, vaak sierlijk gebogen stammen en aan het sierlijk omlaag hangen van de vrij licht groene, smalle en regelmatig gevormde bladslippen.
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
pina 1.1
((vooral) in Suriname)
bladeren van de pinapalm gebruikt als dakbedekking; pinabladeren als dakbedekking
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Algemene voorbeelden
Deze omslag is plotseling gegaan – ik noem vijf jaar plotseling, want vaak gaan dit soort dingen heel geleidelijk. De omslag van pinabladeren naar zinkplaten is nu al veertig jaar aan de gang en nog steeds worden nieuwe hutten met pina gedekt.