pizz. 1.0
(muziek; (vooral) geschreven taal)
Algemene voorbeelden
Pizzicato wordt, al dan niet afgekort tot pizz., boven de muziek genoteerd op de plaats waar de speler van een strijkinstrument de speelwijze dient te wijzigen.
Pizzicato of pizz. betekent tokkelen. Je zet je duim tegen de toets en tokkelt met je wijsvinger. Als er maar een enkele pizz is en niet de hele tijd door, dan hoef je je duim niet tegen de toets te zetten en trek je met je wijsvinger aan de snaar vanuit de lucht.
De afkorting voor pizzicato is "pizz".
Vaes ontdekte allerlei technieken die met afkortingen zijn aangeduid. Zo bevat een werk van Rust (1739-1796) een akkoord waar tenuto (met nadruk) en piz (pizzicato, de snaren met de vingers plukken) bij staat.