pochet 1.0
(Een aantal keer in corpus als pochette en twee keer met meervoud pochets.)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een pochet…
is een doekje; is een kledingstuk
- [Kleur] is bij voorkeur effen, bij formele aangelegenheden wit en wordt anders vaak afgestemd op de kleur van het overhemd of de das
- [Materiaal] is gemaakt van katoen, zijde of linnen
- [Geheel] kan onderdeel zijn van een herenpak
- [Functie] wordt ter verfraaiing van een pak gedragen
- [Bevestiging] wordt gedeeltelijk in het borstzakje gestopt
- [Gebruikswijze] wordt op een bepaalde manier gevouwen, bv. in een vierkant, of gerold of wordt losjes gedragen
- [Gebruiker] wordt door mannen gedragen
- [Waardering] wordt vaak stijlloos gevonden als het pochet hetzelfde motief heeft als de das
- [Omstandigheid] wordt gedragen bij feestelijke of plechtige aangelegenheden
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- een donkerblauwe pochet
- een gele pochet
- een gestippelde pochet
- een witte pochet
Vermeer, de accountant, in zijn afschuwelijke krijtstreepkostuum met die schreeuwerig gestippelde pochet in zijn borstzak, drukte op de toetsen van zijn onafscheidelijke calculator.
A 6 vervult een unieke rol [...]. Hij heeft géén pet op, hij zit, midden in de voorste rij, hij is in rij A de enige die niet wit is [...]. Verder heeft A 6 een hoed op een witte pochet en een wit domineesvierkantje onder de kin.
als object bij een werkwoord
- een pochet dragen
- een pochet vouwen
De onooglijke, kleine, kalende Willem in zijn grijze confectiejasje, waarin hij altijd een parelwitte pochet droeg, een vlag op een modderschuit.
met ander, nevengeschikt substantief
- das en pochet
- vlinderdas en pochet
Tegenwoordig wordt de smoking ook gecombineerd met een vest in een feestelijk dessin samen met bijpassende vlinderdas en pochet.