prime 1.0
(muziek)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een prime…
is een interval
- [Afmeting] is de afstand tussen twee tonen met dezelfde frequentie en is dus gelijk aan nul
- [Toepassingsgebied of bereik] is een begrip in de muziek
Algemene voorbeelden
De hedendaagse scheppende toonkunst maakt bij voorkeur gebruik van deze melodische en harmonische toonrelaties [...]. Na de prime is het octaaf het eenvoudigste interval.
Het eenvoudigste interval is de prime of eenklank. Het is de relatie tussen twee even hoge tonen. De frequenties van 2 tonen die een prime vormen verhouden zich als 1:1.
Vaste verbindingen
overmatige prime
-
interval tussen een grondtoon en zijn verhoging met een halve toon
Chromatische tonen herkent men aan de zelfde beginletters. Het interval is steeds een overmatige prime.
prime 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een prime…
is een toon
- [Functie] vormt de grondtoon van een interval met andere tonen
Algemene voorbeelden
Twee drieklanken zijn kwintverwant wanneer de kwint van de ene drieklank dezelfde toon is als de prime van de andere drieklank (bvb. f - a - c is kwintverwant met b - d - f, met bes - d - f, met bes - des - f, met c - e - ges, met c - es - g en met c - e - g).
prime 3.0
(sport en recreatie)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een prime…
is een houding
- [Samenstelling] bestaat uit een geheven arm waarvan de voorarm horizontaal voor het lichaam geplooid is en waarbij de hand met de duim naar onderen wijzend, ter hoogte van de linkerschouder wordt gehouden
- [Functie] is een van de acht basishoudingen van de hand in de schermsport
- [Handelende persoon] wordt aangenomen door een beoefenaar van de schermsport
- [Toepassingsgebied of bereik] komt voor in de schermsport
Algemene voorbeelden
Basisposities en lijnen: De acht basishandhoudingen: prime, seconde, tierce, quarte, quinte, sixte, septime, en octave, zijn te combineren tot de belangrijkste parades. Er zijn 4 lijnen: twee hoge en twee lage. Elke lijn bevat twee posities die zowel door de plaatsing van het lemmet ten opzichte van de hand (het uiteinde lager of hoger van de hand) als door de houding van de hand (in suppinatie, met de vingers omhoog, of pronatie, met de vingers naar beneden) worden bepaald.