psychobabbel


psychobabbel 1.0

(psychologie en psychiatrie; taal en taalkunde; pejoratief; neologisme)

gesproken of geschreven taal waarin veel termen uit de psychologie nogal gemakkelijk maar vaak op onjuiste wijze worden gebruikt; ook: een praatje waarin zulke taal wordt gebruikt; gebabbel over psychologische onderwerpen
Het woord wordt meestal in het enkelvoud gebruikt.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Psychobabbel…

is taal

  • [Medium] is geschreven of gesproken taal
  • [Onstoffelijke inhoud] is taal waarin veel termen uit de psychologie nogal gemakkelijk maar vaak op onjuiste wijze worden gebruikt
  • [Waardering] wordt vaak negatief gewaardeerd en als onwetenschappelijk gezien

    Algemene voorbeelden


    In rommelige relatiekomedie probeert de sympathieke gescheiden psychiater Jeff Bridges iets nieuws op te bouwen met weduwe Alice Krige, maar voordat er sprake kan zijn van hernieuwd geluk komt er meer psychobabbel voorbij dan in een gemiddelde aflevering van Oprah Winfrey.

    Parool,

    Er is wel veel psychobabbel. Veel variaties op 'hoe voelt het', terwijl de voetballer dat zelf ook niet weet. Hoe voel je je vlak voor het uur der waarheid en waarom zou je je concentratie verspillen aan het verwoorden daarvan? Neem het betoog van Phillip Cocu bijvoorbeeld, gisteren bij de NOS voor de wedstrijd: "Er ging het verhaal dat ik me niet zo goed voel. Dat ging een beetje een eigen leven leiden. Toen heb ik het signaal gegeven dat het niet zo is. Ik had het nooit aangegeven. Toen heb ik dus aan journalisten aangegeven dat ik me wel goed voel.''

    NRC Handelsblad,

    Eindeloos piekeren, daar kun je ook gewoon mee ophouden. Vast gezellige psychobabbel, dacht Ellen de Bruin toen ze het boek Leef meer, denk minder zag liggen. Maar wat ze las, bleek echt te helpen tegen piekeren. Het zal geen van mijn vrienden verbazen dat ik even opveerde toen ik een nieuw boek zag met de titel Leef meer, denk minder. Alsof mijn naam erop stond. Ik denk te veel.

    NRC Handelsblad,

    Drie dagen lang een stoomcursus levensgeluk, vol psychobabbel, tranen en 'doorbraken'. Intimiteiten delen met honderd, soms tweehonderd anderen, en dat helemaal niet gênant vinden. Alleen met toestemming naar de wc mogen, en de hele dag uitsluitend water drinken. En na het weekend denken dat je definitief veranderd bent.

    Vrij Nederland,

    Etymologie


    Aard herkomst inheems of leenwoord
    Vroegste datering 1994
    Brontaal (Amerikaans-)Engels
    Vorm in brontaal psycho babble
    Betekenis in brontaal idem
    Datering in brontaal 1976
    Bedenker Het Engelse woord is in 1976 geïntroduceerd door de Amerikaanse auteur R.D. Rosen in het tijdschrift New Times. In 1977 bracht Rosen ook een boek uit met de titel Psycho Babble.
    Samenhangende woorden (betekenis) Instatherapeut; Instatherapie; psychologie van de koude grond; therapyspeak