pummel


pummel 1.0

(informeel; pejoratief)

lompe man die niet vatbaar is voor hogere indrukken of gevoelens; lummel, lomperd

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een pummel…

is een persoon

  • [Uiterlijk] is vaak ook fysiek onaantrekkelijk
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is lomp, onbehouwen, of ruw, simpel van geest en niet vatbaar voor hogere indrukken of gevoelens
  • [Geslacht] is van het mannelijk geslacht

    Algemene voorbeelden


    Maar het wonderlijkste was dat Martha niet scheen te weten dat ze mooi was en niet in het minst geïnteresseerd leek in jongens [...]. Ik wilde dat ze naar mij keek, dat ze me interessant vond, anders, beter dan al die pummels die voortdurend achter haar aan zaten. Beter vooral dan de superboerenkloot Cois Schoofs.

    Een lichtgevoelige jongen, Walter van den Broeck,

    "Dat zal daar zeker toch niet veel zaaks zijn, in zo'n boerengat?" "Het trekt er inderdaad op niks. Wat pseudo-modern en kitsch. Een paar pummels aan de toog, en vol rook, je kent dat."

    Gras, Clem Schouwenaars,

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • een arme pummel
    • een onbeschofte pummel
    • een ruwe pummel
    • een simpele pummel

    Net niet neuriënd ruimt de Eerwaarde Heer Swami B de scherven op terwijl de gettoblaster aan de overkant op volle toeren zijn klanken uitspuwt. Geen feest zonder lawaai. Hoor hoe die arme pummels hun eigen onbenulligheid vieren.

    Open gelijk een mond, Jeroen Olyslaegers,

    De bokkerijders waren tenslotte geen messcherpe mafioso met een moorddiploma, maar ruwe pummels met grote magen die goedschiks of kwaadschiks om vulling vroegen.

    NRC,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding