rel. 1.0
((vooral) geschreven taal)
relatie
Gebruikt in contactadvertenties.
Algemene voorbeelden
Hr, 85, ac., weduwn., licht geh. met o.a. belangst. klass. muziek, zkt een vr. maatje (gn rel.) om af en toe de eenzamheid te ontvluchten, o.a. met de Kerst.
Dame, 59, wed., HBO, hoog IQ en EQ, 1.76/71, naaldhakken of spijkerbroek, bereisd en reislustig, zon zee zand, omg. 020-023, zkt passende heer [...], integer en dominant, voor ser. duurz. rel.
Weduwn. zkt. slanke vrouw, voor ser. rel., ben fin. onafh., lft. 55-60 jr., huidskl. onbel.
Marokk. Ned. man, 45, zkt. vriendsch. rel. m. docente of studente (natuur. geneesk.), 35-45, norm. post., n. roken/ drinken.