roodgelakt 1.0
met rode lak bestreken; roodgeverfd
Algemene voorbeelden
Vanaf het Centraal Station reed ze in een open, roodgelakte Landauer met 'vier bepluimde appelschimmels, geëscorteerd door palfreniers met versierde zwepen als een koningin' door de hoofdstad.
Ze heeft wel dertig soorten thee, opgeborgen in hoge cilindervormige roodgelakte blikken bussen.
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een roodgelakte nagel
- een roodgelakte teennagel
- een roodgelakte vingernagel
- roodgelakte nagels
- roodgelakte teennagels
- roodgelakte vingernagels
De nagels van haar handen waren roodgelakt en zeer lang.
Ze ziet haar roodgelakte teennagels die mooi kleuren bij haar wit satijnen nachtjapon.
De lange roodgelakte vingernagel van de hand die in haar lies lag, wees als een pijl naar de clitoris.