salonpopulist


salonpopulist 1.0

(politiek en bestuur; sarcastisch; neologisme)

iemand die gewoonlijk neerkijkt op populisten, meestal een hoogopgeleide die tot een bepaalde elite behoort of een politicus, vaak van een linkse partij die als niet-populistisch geldt, die zich zelf ook schuldig maakt aan populistische uitspraken of zich populistisch gedraagt, waarbij hij vooral neerkijkt op andere politici, maar zelf niet actief iets doet om de politieke situatie die voor hem onbevredigend is te veranderen en die, vanwege zijn maatschappelijke positie, fatsoenlijk overkomt; iemand die het salonpopulisme aanhangt

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een salonpopulist…

is een persoon

  • [Activiteit of handeling] doet populistische uitspraken of gedraagt zich populistisch, maar doet niet actief iets om de politieke situatie te veranderen
  • [Onderscheid of tegenstelling] geldt, in tegenstelling tot veel 'gewone' populisten, als lid van een bepaalde elite en is vaak hoogopgeleid, of is politicus van een partij die als niet-populistisch geldt, meestal een linkse politieke partij

    Hoofdsemagram: populist


    Algemene voorbeelden


    Knot is geen salonpopulist, maar gedraagt zich wel zo [...]. Het kan toch niet zo zijn, dat de politiek niet zes miljard euro kan bezuinigen nu de seinen in de economie langzaam weer wat groener kleuren, zei Knot vorige week tegen de opgetrommelde cameraploegen [...]. De oproep van Knot deed mij denken aan de door de voormalige politiek redacteur van NRC Handelsblad, Pieter van Os, gemunte term salonpopulisme [...]. Juist onder hoogopgeleiden, de grachtengordelelite, is een wijdverbreid soort populisme. Zij zullen het niet snel hebben over zakkenvullers of baantjesjagers. Onder de elite is het bon ton om neer te kijken op politici als naar de mond praters (van die andere soort populisten), als dom en machteloos. De democratie in zijn huidige vorm is in deze redenering volledig achterhaald. Meewarig hoofdschudden is de populaire reactie.

    Trouw,

    Het ontbreekt de salonpopulisten zowel aan een gebrek aan zelfreflectie als aan mededogen. Gebrek aan zelfreflectie omdat ze - bij monde van Chavannes - weigeren in te zien dat kritiek leveren op beleid iets heel anders is dan met dedain praten over de gehele politiek. Grunberg is een groot schrijver maar ik weet niet wie hij een dienst meent te bewijzen door de politiek een hobby voor kneusjes te noemen of parlementariërs weg te zetten als mensen die niets weten en niets kunnen. Ik ken politici van verschillende partijen. De een is slimmer dan de ander en je zou soms hopen dat het niveau omhoog gaat. Het zijn net economen, journalisten of schrijvers.

    http://www.economie.nl/weblog/de-salonpopulist-hij-bestaat-echt

    Wie CDA'er Henk Bleker twaalf keer voor zijn tv-programma uitnodigt, heeft de kans gemaximeerd dat de man eens uitglijdt, precies zoals hij deed op 'de avond van het briefje'. Een heerlijk fragment, door tv-kijkers uitgeroepen tot 'politieke moment van het jaar'. Het bevestigde de gedachte die ze toch al hadden: stumperds. De schreeuwlelijken en de machtsmanipulatoren zijn de enigen die zich aangesproken voelen de belangen van kiezers te behartigen. Die gedachte leeft bij alle populisten, van de salon of van de straat. Verschil zit 'm in de macht. Die van de salonpopulist is groter, omdat hij zijn anti-politieke houding combineert met een maatschappelijk belangrijke positie.

    http://www.nrc.nl/nieuws/2013/09/11/het-vernietigende-werk-van-de-salonpopulist/,

    Etymologie


    Aard herkomst inheems woord
    Vroegste datering 2013
    Bedenker De termen salonpopulisme en daarbij salonpopulist werden bedacht door voormalig NRC-redacteur Pieter van Os, die ze in zijn boek Wij begrijpen elkaar uitstekend introduceerde.