schnabbel


schnabbel 1.0

werk dat iemand hier en daar, of af en toe als bijverdienste verricht, vaak kleine, maar lucratieve karweitjes naast het vaste werk

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een schnabbel…

is werk; is een activiteit

  • [Functie] dient als bijverdienste
  • [Plaats] doet men meestal hier en daar, en niet op een vaste werkplek
  • [Frequentie] doet men af en toe, of regelmatig
  • [Activiteit of handeling] is vaak een kleine, maar lucratieve klus, bijvoorbeeld het doen van een reclamespotje, het houden van een lezing, een optreden
  • [Handelende persoon] wordt aangenomen door iemand die geen volledige of vaste baan heeft, of iemand die wel een volledige baan heeft, maar wat extra wil verdienen; wordt vaak aangenomen door artiesten, journalisten, politici, academici enz.

Algemene voorbeelden


Inflatie en dreiging van werkloosheid hebben vooral de lagere regionen van de journalistiek, waaruit de hogere toch moeten voortkomen, niet met rust gelaten. Moeilijk te schatten is de schade van de "schnabbel', het meegepikte schrijfwerk om niets dan geld, dat volstrekt buiten zijn eigen sfeer van werken valt. Bij gelijkblijvende verantwoordelijkheid is de "modale journalist' hier verder in een hoek geraakt. Dat heeft zijn stand geradicaliseerd.

Betrekkelijke kleinigheden, H.J.A. Hofland,

Onze databank blijft beperkt tot producties uit het professionele podiumkunstencircuit, en voor de vraagstelling brengt dat restricties met zich mee. We houden geen informatie bij over mogelijke schnabbels zoals gastlezingen of reclamespotjes voor brie of Passendale light.

http://www.vti.be/pdf/VTi_acteursonderzoek1.pdf,

Ze haatte het muzikantenbestaan en dankte god op d'r blote knieën, dat ze Willem zover had, dat hij z'n droom van een beroepsorkest had opgegeven en z'n oude stiel weer had opgevat. Het loon mocht karig zijn, het was wel vast en ondanks de crisis zat hij geen dag zonder werk. Samen met z'n schnabbels met de band bracht Willem wekelijks een aardig bedrag mee naar huis, haar enige reden om hem de lust tot spelen niet helemaal te benemen.

The Eddie Daté Story, Jules Deelder,

Films dubben is lang geen schnabbel meer voor gebuisde akteurs. Zijn debuut was Kuifje, herinnert De Koninck zich. Hij legde een stemproef af voor Janssen en Jansen, maar het werd kapitein Haddock.

De Standaard,

Combinatiemogelijkheden


met adjectief ervoor


  • een aardige schnabbel
  • een leuke schnabbel

Manro Potman's kindertheatershow is onbevangen en dynamisch. Geroutineerd als hij is, weet hij wat de kinderen willen zien. Hij hoeft zich voor dit publiek niet meer te bewijzen en het gevoel borrelde naar boven, dat dit voor hem een leuke schnabbel tussendoor was.

Meppeler Courant,

als object bij een werkwoord


  • een schnabbel hebben
  • wat schnabbels hebben

ik moet hard pompen, het is waar, maar ik red het wel. ik heb tenminste geen schulden. mijn boeken lopen erg goed en ik heb ook links en rechts wat schnabbels.

Op toernee met Leopold Sondag, Ward Ruyslinck,

schnabbel 1.1

opbrengst van een schnabbel of van schnabbels

Betekenisbetrekking


metonymie
Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

Combinatiemogelijkheden


als object bij een werkwoord


  • een leuke schnabbel verdienen

"Ik heb competente mensen nodig gedurende negen maanden per jaar en dat hoeven niet altijd dezelfde werknemers te zijn.'' Het zijn vaak jonge academici die niet meteen hun droomjob vinden. Deze mensen kunnen hier in afwachting van beter toch wel een leuke schnabbel verdienen. Serck beseft dit heel goed.

De Standaard,