schnaps


schnaps 1.0

gedistilleerde drank die minimaal 20% alcohol bevat en/of gemaakt wordt van vergiste vruchten, bijvoorbeeld jenever, brandewijn of vruchtenbrandewijn; ook: een hoeveelheid (glas) schaps

Semagram (extra betekenisinformatie)


Schnaps…

is een drank; is een vloeistof; is een stof

  • [Ingrediënt] bevat minimaal 20% alcohol en wordt wel gemaakt van vergiste vruchten, zoals appels, bessen, kersen, peren en pruimen
  • [Behandeling of bewerking] is gedistilleerd; wordt ook wel zelf gestookt

    Algemene voorbeelden


    Mijn vader reikte haar een plat flesje aan. Het was leeg. Moeder vulde het tot de rand met zelf gestookte schnapps.

    Berthold 1200, Paul Koeck,

    'Laten we eerst wat eten, anders word je ziek van de schnaps.'

    Met voorbedachten rade, Henri Knap,

    Om het even of ze helder of kleurig zijn, bitter of zoet. Een schnaps past altijd - als aperitief, als digestief of gewoon zomaar tussendoor. Vooral in het noorden drinkt men hem graag bij een biertje.

    http://www.duitsverkeersbureau.nl/NLD/cultuur_en_beleving/culinair_duitsland_10924.htm,

    De keuken van de rechtervleugel had ik al ietwat opgeknapt, ik vond nog flessen die moeder gebruikte om de schnapps te bottelen, nog een paar verroeste sleutels, vorken en messen die aantoonden dat hier na ons niemand meer had gewoond.

    Berthold 1200, Paul Koeck,

    Toen tante Violet van haar school terugkwam vroeg zij aan de officieren of ze een schnaps wilden [...]. Toen zij terugkwam met jenever had zij een bloesje met korte mouwen aangetrokken.

    Het verdriet van België, Hugo Claus,

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen