schort 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een schort…
is een kledingstuk
- [Afmeting] reikt meestal tot de bovenbenen
- [Kleur] is vaak wit, maar heeft soms ook andere kleuren, en is in de medische sector vaak lichtgroen
- [Deel] bestaat meestal uit een lang voorpand, linten en aan de bovenkant een lus voor om de nek of heeft meer de vorm van een jas en sluit dan met knopen voorop of achterop en heeft dan vaak ook zakken
- [Functie] wordt gedragen om de kleding te beschermen, meestal tijdens het bereiden of verkopen van voedsel, of tijdens bepaalde andere werkzaamheden, bijvoorbeeld van chirurgen, of andere artsen en ander medisch personeel
- [Gebruikswijze] wordt over de gewone kleding heen gedragen en wordt, als het gedragen wordt tijdens de bereiding van voedsel, meestal met een lus om de nek gedragen en op de rug vastgebonden met linten en heeft, als het in schort gedragen is door medisch personeel, meestal meer de vorm van een jas en wordt dan vastgeknoopt om het middel of over het hoofd gedragen of sluit met knoopjes
- [Gebruiker] wordt vaak gedragen door personeel in de voedingindustrie of door medisch personeel en, in de huiselijke sfeer, vooral door mensen die eten aan het bereiden zijn
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een schort aantrekken
- een schort afdoen
- een schort dragen
- een schort losknopen
- een schort omdoen
- een schort uittrekken
- een schort vastmaken
- een schort voordoen
Zij trekt ook nu weer haar schort aan en gaat water opzetten voor onze koffie.
De gastvrouw deed haar schort af, trok met een vlugge handbeweging op haar heupen haar opgekropen jurk naar beneden en kwam met een glimlach naast Lin staan.
Ze droeg een schort met op haar dikke borst het logo van de supermarkt waar ze werkte.
Ze zette de vaat ondersteboven in het druiprek, wreef haar handen in met uierzalf en knoopte haar schort los.
Mathilde had haar schort omgedaan, en we wachtten op onze eerste patiënt.
Zij heeft integendeel niets anders gedaan dan over en weer draven. Geen tijd om haar schort uit te trekken. Altijd maar op-en afdienen. Zwetend en jagend zoals het hoort.
Als ze het schort had vastgemaakt, ging ze weer zitten.
In de keuken doe ik een schort voor en haal groenten uit de laden van de kast, pak eieren, pasta.
met adjectief ervoor
- chirurgische schorten
- hagelwitte schorten
- loden schorten
- witte schorten
- een blauw(e) schort
- een bloederig(e) schort
- een donkerblauw(e) schort
- een gebloemd(e) schort
- een gestreept(e) schort
- een kanten schort
- een katoenen schort
- een klein(e) schort
- een nylon schort
- een open schort
- een oud(e) schort
- een smoezelig(e) schort
- een steriel(e) schort
- een vuil(e) schort
- een wit(te) schort
- een zwart(e) schort
- een zwart satijnen schort
Te dien einde kan men steriele chirurgische schorten voor eenmalig gebruik nemen of schorten in textiel die door autoclaveren opnieuw gesteriliseerd worden.
In het schijnsel van de tientallen gasbekken zaten de gebruikers alleen of in groep aan kleine tafels. Kelners met lange, hagelwitte schorten laveerden daartussen, op hun geheven arm dienbladen vol glazen bier.
De eerste tientallen jaren besefte men niet dat röntgenstraling schadelijk kan zijn [...]. Vanaf ongeveer 1910 gebruikte men steeds vaker beschermende middelen, zoals bijvoorbeeld loden schorten en speciale brillen.
Sabe had vandaag practicumdag. Iedereen moest witte schorten aan en op plateaus werden bloederige onderdelen gepresenteerd. Sabe kreeg een hart voorgeschoteld.
De gedetineerden waren blij met de fuif, maar er was geen tijd voor een praatje met de dj. "Dat was wel vreemd: iemand gaf een teken, de lichten floepten aan, al die vrouwen deden een blauwe schort om en stapten in rijen naar hun cellen."
We hebben gehoord dat je dit jaar hadj wilt maken. Je ontdoen van je huiskameronweer, je bloederige schort afwerpen en je hullen in het splinternieuwe wit.
Ze zag bleek en had kringen onder haar ogen, ze droeg een donkerblauw schort van Hilda over haar japon.
Berber stelde zich haar voor in plaatselijke klederdracht met een gebloemd schort, een met goud geborduurd jasje en al haar kettingen tegelijk op haar boezem.
Ze staat voor de stoel waarop haar moeder zit op de foto [...], de handen in haar schoot en een gestreept schort over haar buik getrokken.
Winter en zomer draagt ze dezelfde katoenen schort en wollen grijze trui.
Er verscheen een meisje met een kanten schort om de bestelling op te nemen.
Vrouwen dragen een klein schort gemaakt van bruine of zwarte pitten die met ananasvezel aan elkaar zijn geregen.
Schuivend trok ze door de hal naar de achterkeuken, waar ze van de haak haar nylon schort nam, die aantrok en aan de grote inmaak van de oogst uit de tuin begon.
Haar open schort toonde een strak wit T-shirt, laag uitgesneden.
Is er spatgevaar, draag dan een beschermende bril en doe een oude schort voor.
Een Afrikaanse vrouw in een smoezelig schort zette gebruikte kopjes op een trolley en gooide de uitgedroogde plakken cake in een hemelsblauwe plastic zak die aan het wagentje bungelde.
Mondmasker aandoen, handen chirurgisch ontsmetten, afdrogen met steriele doek, steriele schort aandoen, steriele handschoenen aandoen.
Zo stond ze in die winkel, dat was het beeld dat ze zich het best herinnerde. Zij, met haar witte sokjes en blouse, met haar plooirok en haar glimmende schoentjes. En de slager met zijn muts en zijn vuile schort.
In het huis dat tot snackbar was verbouwd, zat een dikke vrouw in een wit schort voor het raam te breien.
Twee meisjes in zwart en wit zijn bezig de tafels met kleden te bedekken; een jongen met een zwarte schort voor rijdt een wagentje met glazen binnen.
En dan blijkt dat de ouders van vandaag toch weer uniformen willen. En aan die druk kunnen de scholen met moeite weerstaan, hoewel dat nogal varieert volgens de regio's. Van zwart satijnen schort tot spinaziegroene ruitjes, peilen naar een uniform-verleden maakt de tongen los. Het begon met het zwart satijnen schort en wit kraagje, de naoorlogse jeugd heeft het allemaal meegemaakt.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een bebloed schort
- een besmeurd schort
- een bevlekt schort
- een gesteven schort
Hij keek naar mijn bebloede schort en naar de keukentafel, die nu weer op de binnenhof zelf stond, om zo meer licht te hebben.
Zofia stapt uit haar besmeurde schort, dan uit de rest van haar kleren en gaat vervolgens wijdbeens op het bed liggen.
Onhandig en met enige schaamte friemelde ze met haar bevlekte schort; waarmee ze ook haar tranen wegdepte.
Je had geen enkele twijfel meer over je lot en gedroeg je toch onbevangen, met je glanzende lint en je gesteven schort, rondrennend zoals ieder klein meisje zou doen.
in voorzetselgroep
- (de) handen afdrogen aan een schort
- (de) handen afvegen aan een schort
Richard deinsde terug. "Kalispera," zei hij om zijn aanwezigheid te rechtvaardigen. "Kalispera." De vrouw droogde haar handen af aan haar schort. Er hing een zure lucht in de winkel alsof er ergens een vergeten stuk geitekaas onder invloed van de warmte tot ontbinding overging.
Ik veegde mijn handen af aan mijn schort en woog de woorden die ik zou kunnen gaan zeggen.
- met een schort voor
Een ding dat zijn vader wel kon was koken. Al lag hij te hijgen op de bank, koken zou hij. Met een schort voor was hij tenminste nog een man.
- de zakken van een schort
Ook zij spraken zelden een woord maar haalden briefjes uit hun tassen, geschreven in hiëroglyfen die tante vreemd genoeg slechts kon ontcijferen door haar leesbril uit de zakken van haar schort te vissen en hem niet op haar neus maar op haar voorhoofd te zetten.
met ander, nevengeschikt substantief
- schorten en handschoenen
Medewerkers zullen bijvoorbeeld specifieke hulpmiddelen zoals een tillift of een speciaal bed moeten gebruiken bij het uitvoeren van de zorg en hebben zich te houden aan specifieke hygiënische voorzorgsmaatregelen (zoals het gebruik van schorten en handschoenen).
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- barbecueschort
- bielemanschort
- bloemetjesschort
- buitenschort
- dienstbodeschort
- doktersschort
- eetschort
- flessenschort
- jasschort
- kamermeisjesschort
- kelnersschort
- keukenschort
- knutselschort
- kreeftenschort
- laboratoriumschort
- lasschort
- lederschort
- lendenschort
- lintjesschort
- loodschort
- mouwschort
- nylonschort
- operatieschort
- overschort
- rokschort
- ruitjesschort
- schoolschort
- slagersschort
- sluierschort
- soepschort
- stewardschort
- toneelschort
- verpleegstersschort
- vetschort
- vlasschort
- voorbindschort
- voorschort
- werkschort
- winkelschort
- zijschort