schrammen


schrammen 1.0

de huid met een oppervlakkige, streepvormige wond openhalen

Semagram (extra betekenisinformatie)


Schrammen…

is een gebeurtenis

      Combinatiemogelijkheden


      met object


      • zijn armen schrammen
      • zijn benen schrammen
      • zijn gezicht schrammen
      • zijn huid schrammen
      • zijn rug schrammen
      • zijn wang schrammen
      • zijn armen schrammen aan iets
      • zijn benen schrammen aan iets
      • zijn gezicht schrammen aan iets
      • zijn huid schrammen aan iets
      • zijn rug schrammen aan iets
      • zijn wang schrammen aan iets

      De dichte begroeiing schramt mijn armen en benen en mijn gezicht.

      Calvados, Elvis Peeters,

      Wel vijf keer schramde ik mijn benen aan bramen. Bramen hadden liet altijd op mij gemunt. Ging ik ergens zitten, dan liepen ze ijlings uit om zich met hun scherpste dorens in mijn vlees te hechten.

      Een lichtgevoelige jongen, Walter van den Broeck,

      Maar het stekeltje schramde haar huid.

      Het goddelijke monster, Tom Lanoye,

      Gehurkt en diep voorovergebogen perste hij zich achterwaarts door de smalle kier tussen haag en muur. Het was de enige manier. Stekelige takken schramden je rug, vanaf je achterwerk tot in je nek, terwijl je het trottoir zag overgaan in de verharde aarde van het braakliggend terrein.

      Kras, Peter Terrin,

      De bast schramde bijna mijn wang.

      De antropoloog die geen mensen wilde bestuderen, Peter Mondalo Diaz,

      • je schrammen
      • zich schrammen
      • je schrammen aan iets
      • zich schrammen aan iets

      Als je je snijdt, schramt of schaaft, is er een stuk huid weg. Het lichaam herstelt dat door het bloedstolsel en sluit alles weer hermetisch af.

      De Standaard,

      Lena was bang geworden en had geprobeerd zich te verstoppen in de rozenstruik waarbij ze zichzelf tot bloedens toe schramde aan de doornen.

      Poes poes poes, Paul Mennes,

      Ze rolden heen en weer. Het meisje schramde zich even aan een tak op de grond. De jongen gooide de tak weg, zonder op te kijken. Hij kuste haar opnieuw.

      Kermis, Gaston Durnez,

      voltooid deelwoord als adjectief gebruikt


      • geschramde armen
      • geschramde knieën
      • geschramde wangen

      Mijn voorhoofd jeukte evenals mijn geschramde armen, maar ik klaagde niet.

      De lange geboorte, Lut Ureel,

      Zij is wijdogig [...] scherp, met magere bronzen benen en geschramde knieën en ik zal haar niet meer zien in de puinhopen straks.

      Het verdriet van België, Hugo Claus,

      Bloed uit Jozefs geschramde wangen.

      Pagadders, Leo Geerts,