seizoenarbeider


seizoenarbeider 1.0

iemand die voor zijn beroep seizoenarbeid verricht

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een seizoenarbeider…

is een arbeider

  • [Duur] is werkzaam gedurende een seizoen
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een tijdelijke werkkracht
  • [Activiteit of handeling] verricht seizoenarbeid zoals het oogsten van een gewas, een fruitsoort e.d.

    Algemene voorbeelden


    Frylink maakt gebruik van de diensten van een koppelbaas die, zelf woonachtig in Belfast, de hoofdstad van Noord-Ierland, hele busladingen vol seizoenarbeiders regelrecht de bollen in dumpt.

    http://www.gebladerte.nl/00452p26.htm

    Uit cijfers blijkt dat de kindersterfte en ondervoeding nog steeds hoog zijn onder de plantage-arbeiders. Velen werken als seizoenarbeiders en hebben geen vast inkomen.

    NRC,

    Vanuit het zuiden van West- en Oost-Vlaanderen trokken jaarlijks enige honderden seizoenarbeiders naar de regio rond Parijs, met zijn grote graanvelden.

    De Standaard,

    In Vlaanderen steeg de werkgelegenheid in die periode met 35.000 of 2 procent. In die stijging zitten evenwel ongeveer 10.000 seizoenarbeiders die korte tijd werken in de fruitpluk en dergelijke.

    De Standaard,

    De 32 Spaanse plukkers die vandaag gerepatriëerd worden, hadden een arbeidsovereenkomst op zak waarin een loon van 243 frank per uur werd gegarandeerd. Maar de Sint-Truidense fruittelers wilden het uurloon vervangen door een vergoeding per geplukt kistje aardbeien. De seizoenarbeiders gingen daar niet op in.

    De Standaard,

    In 1991 werd door een staking van de seizoensarbeiders minder dan de helft van de oogst binnengehaald.

    NRC,

    Als u in het buitenland als grens- of seizoensarbeider (bv. in Nederland, Duitsland of Frankrijk) gewerkt heeft kunt u in België het recht openen op een Belgisch pensioen.

    http://jbas1071.eunet.be/vfsg/nieuwe%20website%20seniorenproject/Seniorenproject/Pensioenen/pensioen1.htm