sheltersuit 1.0
(bouw, gebouwen en huisvesting; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een sheltersuit…
is een pak; is een kledingstuk
- [Materiaal] wordt gemaakt van tentdoeken en afgekeurde slaapzakken
- [Samenstelling] bestaat uit een jas waar zeer gemakkelijk aan de onderkant een slaapzak aan geritst kan worden
- [Waarde] wordt gratis ter beschikking gesteld
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is waterdicht en winddicht en zeer warm
- [Belanghebbende of begunstigde] is bestemd voor daklozen
Algemene voorbeelden
"Het is een dikke winterjas, met aan de onderkant een rits en daar maak je een stuk slaapzak aan vast. Dat is het eigenlijk." NOS-verslaggever Mattijs van de Wiel heeft een zogenoemde sheltersuit in zijn handen. Vandaag worden 400 van deze pakken uitgedeeld aan daklozen op het Rembrandtplein in Amsterdam.
Van het uitdelen van de 400 sheltersuits in Amsterdam wordt echt een feestje gemaakt. Alle instanties in Amsterdam die werken met daklozen zijn gevraagd daklozen tussen 16.00 en 18.00 uur naar het Rembrandtplein te sturen. Daar is van alles geregeld. Zo is er met ondernemers afgesproken dat er bijvoorbeeld 30 kilo stamppot met rookworsten en gehaktballen klaarstaan, net als 150 liter erwtensoep, 300 loempia's en poffertjes.
Etymologie
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2016 |
Bedenker | Het woord is bedacht door Bas Timmer en Alexander de Groot, die ook hun stichting Sheltersuit noemden. |
Bijzonderheden | Het woord bestaat uit de Engelse woorden shelter 'bescherming' en suit 'pak', maar is in Nederland gevormd en dus geen leenwoord. |