skypen 1.0
(media, communicatie en telecommunicatie; ICT; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Skypen…
is bellen; is een handeling
- [Activiteit of handeling] is bellen
- [Medium] wordt gedaan via het gratis programma Skype op een computer met een internetverbinding of via een ander apparaat, bijvoorbeeld een mobiele telefoon, met een internetverbinding
Algemene voorbeelden
In de nieuwe zaal mag je praten, bellen en skypen. Er zijn whiteboards, statafels met 15-minuten-computers en loungebanken, waarover een bellende jongen tegen z'n vriend aan de andere kant van de lijn zegt dat ze 'vet nice' zijn.
Goed, een column van mijn hand dus. Helaas. Liever had ik Piet zelf zien schrijven over hoe hij met zijn hond skypet. Want dat doet Piet. Ik weet het, dat klinkt een beetje vreemd, maar als u er wat langer over nadenkt klinkt het hartstikke logisch.
De Daalderschool heeft weer geskypet. Vanmiddag was het de beurt aan Eef, Sam, Esmée en Frenk om te skypen. Het ging best goed al is de een wat langer van stof dan de ander. Sinds het skypen niet meer in de rumoerige klas maar in de lerarenkamer gebeurt, kan iedereen elkaar een stuk beter verstaan.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Overige woordfamilieleden
Etymologie
Aard herkomst | leenwoord |
---|---|
Vroegste datering | 2005 |