slijmen 1.0
(informeel; pejoratief)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Slijmen…
is een activiteit
Algemene voorbeelden
Terwijl Carola spulletjes uit haar tas haalde en op het kastje naast het bed installeerde, bleef Andreas op een rechte stoel zitten en stak geen vinger uit. 'Zoals jij met die lul zat te slijmen, dat is gewoon vies.' Carola kwam voor hem staan en sloeg haar armen om hem heen. 'Maar ik hou toch alleen maar van jou.'
De volgende dag lees ik in de krant kommentaar van hem op een andere partij die hij opeens een bondgenoot noemt terwijl hij een half jaar geleden nog felle kritiek op ze had, en ik begrijp dat hij aan het slijmen is omdat hij toch zijn baantje wil hebben.
Na enkele weken het zenuwachtige gekwetter van lithograaf en drukker te hebben aangehoord, had ik mij verzoend met de ergste medewerkers. Een kwestie van slijmen, dokken, of het blad in mijn eentje voltikken [...]. Geld was er door de budgetoverschrijdingen van mijn voorganger ook al niet, dus ik besloot het slijmen tot kunst te verheffen. Een rol die niet zo zwaar was om te spelen, daar bijna alle contacten telefonisch verliepen. Er hoefden geen smoelen bij getrokken te worden.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
slijmen 2.0
(informeel; pejoratief)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Slijmen…
is een activiteit
Algemene voorbeelden
Intussen slijmt Seth Gaaikema over bejaarden die door hun kinderen worden vergeten, leutert Gerard Cox over het voeren van eenden in een park, en gedraagt Toon Hermans zich als een kind van tweeëneenhalf.