sneltesten 1.0
(gezondheid, geneeskunde en zorg; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Sneltesten…
is een handeling
Algemene voorbeelden
Groen fietste uit zijn werk op de campus langs de teststraat. „Morgen om half negen heb ik een tentamen." Maar voor anderen is zich laten testen een grotere uitdaging. „Als je niet in de stad woont, ga je niet zomaar heen en weer voor een test", denkt Groen. De Hanzehogeschool hoopt dat ze in de toekomst nog dichter op een tentamen kunnen sneltesten, zegt een woordvoerder.
Met intensief testen zorg je dus voor minder besmettelijke personen wat zinvol is maar zelf niet voorkomt dat de kwetsbare groep (dan, laat staan asymptomatisch) alsnog door anderen besmet kunnen worden. Dit is te voorkomen door iedereen op elk contact moment (hoe dan?) te sneltesten.
We zijn inmiddels gevaccineerd, we zijn gesneltest, en de zon scheen ook nog. En dus konden de veertig voorstellingen het toneel op, met allerlei beperkingen, maar toch.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Overige woordfamilieleden
Etymologie
| Aard herkomst | inheems woord |
|---|---|
| Vroegste datering | 2000 |