sodeju


sodeju 1.0

(eufemistisch; (vooral) gesproken taal)

bastaardvloek waarmee men vooral uiting geeft aan verbazing, blijde verrassing, schrik, ontsteltenis of woede
Vaak als uitroep.

Algemene voorbeelden


Toen er een toneelknecht met een bezem het podium opliep schrok ik wakker. Sodeju, de zaal was op een kwart na leeg. Hoe lang had ik daarboven wel niet staan dromen?

De garderobier, Donald Niedekker,

"Voor mij is Boudewijn de Groot absoluut een van de grondleggers van de Nederlandse rock. Als je die cd nou hoort, dat is me van een verscheidenheid. Dan denk je toch: sodeju ... dat dat allemaal in Nederland gemaakt kon worden."

NRC,

'Dat is Saturnus,' zei Mavens verwonderd. 'De planeet Saturnus.' 'Ja. We zien hier de ringen.' David grinnikte. 'Ik heb een Wormcamgezichtspunt weten te plaatsen op bijna anderhalf miljard kilometer afstand. Niet gek, nietwaar? Als je goed kijkt kun je zelfs een paar van de manen zien, hier in het vlak van de ringen.' Hiram lachte hardop en omhelsde David uitbundig. 'Sodeju, dat is verdomme geweldig!'

Het licht van vroeger dagen, Arthur C. Clarke & Stephen Baxter,

Het was een soort driedaagse veldslag geweest, waarbij Kitty met emmers en boenwas door het huis woedde, zwijgend, rood van inspanning [...]. Toen dus de driedaagse veldtocht voorbij was, plofte Kitty tegenover mevrouw Dalton in een diepe stoel en zuchtte voldaan: 'Sodeju, wat een klus.' 'Tuttut, Kitty, niet zo ruw.'

Het damesorkest en andere stadsverhalen, Herman Pieter de Boer,

Weer een bel en nog eens, zodat hij begreep dat het de deurbel was. En terwijl hij langzaam bijkwam, hoorde hij zijn stiefvader beneden zeggen, loeien: 'Jahaaa! Ik ko-hom, sodeju!'

Het samenzijn, Jan Meyers,

De tweede avond al kwam hij aankloppen bij 17-éénhoog, of het hier altijd zo godvergeten stonk. 'Ja,' zeiden ze. 'Sodeju,' zei Onlangs, 'mijn Jopie loopt op alle dagen en ze wordt er misselijk van. Waar komt die lucht vandaan?'

Het damesorkest en andere stadsverhalen, Herman Pieter de Boer,

Hij liep naar de badkamerdeur die iets openstond en wilde juist de doucheruimte instappen toen hij water hoorde ruisen en wegklokken. Er was dus iemand bezig daar. Grote woede beving hem. Daar zou hij, sodeju en kanker aan je hart, door de eerste de beste opgehouden worden. Woedend was hij.

Een hete ijssalon, Heere Heeresma,

Het gaat om procédés uit de stomste gooi- en smijtfilms [...]: Twintig keer hebben ze me die nacht van de trap gegooid. Om precies te zijn, een hoer moest me de trap af gooien omdat ik niet kon betalen. Daarom moest ik met mijn broek op mijn enkels de trap af worden gegooid. En terwijl dat gebeurde riep ik: 'Sodeju hè.' Daarna gooide ze me nog wat van mijn kleren na.

Sara Block in De Brakke Hond, Sara Block,