soepbord 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een soepbord…
is een bord
- [Vorm] is een diep bord
- [Functie] wordt gebruikt om soep uit te eten, maar ook wel voor rijst- en pastagerechten
Algemene voorbeelden
Half sluimerend vloog Viktor met de vlieg mee, naar de broodkruimels op tafel, naar de soepborden op het aanrecht, naar de bruine vlek op de peer in de fruitschaal.
Beiden zaten achter een soepbord, waarin ze stukjes brood in een plasje melk drukten.
Ze aaide hem bezorgd over zijn hoofd en verdween naar de keuken. Een kwartiertje later kreeg hij een bord soep en een stapel boterhammen voorgezet. Naast het soepbord legde zijn vrouw een gedeukt blikken doosje op tafel.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- een leeg soepbord
- een smerig soepbord
Hij duwde het lege soepbord van zich af.
Op het overvolle aanrecht stond een smerig soepbord waarin twee doorschijnend witte eieren lagen.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een voorverwarmd soepbord
Schep de soep in voorverwarmde soepborden en garneer met de hele basilicumbladen.
met ander, nevengeschikt substantief
- soepborden of soepkommen
De soep zo warm mogelijk serveren in soepborden of soepkommen.