specht 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een specht…
is een vogel; is een dier
- [Afmeting] is, afhankelijk van de soort, ongeveer 14 tot ruim 30 cm lang
- [Geluid] roept, roffelt; maakt een roepend of roffelend geluid
- [Kleur] heeft, afhankelijk van de soort, een verschillend gekleurd verenkleed, vaak met zwart, wit en rood, zoals de bonte specht, of groen, zwart en rood zoals de groene specht
- [Bouw] is gewerveld; heeft twee poten
- [Deel] heeft een lange, sterke kegelvormige snavel
- [Voortplanting] legt eieren
- [Woongebied] komt wereldwijd voor, vooral in bosgebieden
- [Leeftijd] kan, afhankelijk van de soort, 5 tot 14 jaar oud worden
- [Beweging] heeft een langzame, golvende vlucht
- [Gedrag] is een alleseter; zoekt insecten onder de bast van bomen en in dode stammen; trommelt met zijn snavel
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Aves; Vogels |
Orde | Piciformes; Spechtvogels |
Familie | Picidae |
Algemene voorbeelden
Spechten en spechtachtigen vinden we over de gehele wereld waar bomen zijn te vinden. De voorkeur voor loof- of naaldhout kan per soort verschillen. Het zijn over het algemeen sterke vogels, die met behulp van poten en staart langs de stam van de boom lopen om onder de schors naar insecten te zoeken. Met hun sterke snavel hakken ze gaten in de boom om torren, kevers en wormen uit de diepere lagen te halen.
Spechten zijn doorgaans behoorlijke standvogels. Alleen de grote bonte specht heeft in het verleden de Waddeneilanden weten te bereiken en is daar inmiddels ook broedvogel.
Berken zijn favoriet, maar andere boomsoorten worden ook gebruikt om een holte met rond gat in uit te hakken. Een specht krijgt daarbij geen hoofdpijn doordat de hersenen in een soort schokdempers zijn ingekleed.
Soms zit er in een dennenstam een 'spechtensmidse': een dennen- of sparrenappel zit stevig in het hout vastgeklemd. De specht peutert alle zaden er uit en vervangt de sparren- of dennenappel door een verse. Alle lege exemplaren liggen onder de smidse op de bosbodem.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- hameren, roffelen, trommelen
Een specht hamerde, kevers bromden, vogels kwinkeleerden en ook struikgeritsel was niet van de lucht.
De tjiftjaf zong, ze hoorden een specht roffelen, ze bekeken een mierenhoop en het werd met elke stap steeds meer lente.
Spechten zijn in het voorjaar het meest actief. Ze trommelen op holle takken zodat hun roffel goed resoneert en galmt door park, plantsoen of bos. Zo lokken ze hun partner en bakenen ze hun territorium af.