spillebeen


spillebeen 1.0

(schertsend)

zeer dun been
Meestal in het meervoud gebruikt.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een spillebeen…

is een been

  • [Afmeting] is dun en lang als een spil

    Algemene voorbeelden


    Hij had haar als kind willen zien, een mager meisje met spillebenen.

    Hokwerda's kind, Oek de Jong,

    Lucieke sloeg haar spillebenen stevig over elkaar. Ze deed het bijna in haar broek van schrik.

    Het verkeerde keelgat, Diane Broeckhoven,

    Elke zondag zat hij zoals iedereen aan de tapkraan, pratend met zijn medemannen [...]. En omdat daar nooit iets onvertogens te zien of te horen is [...], mocht Fa mee voor een limonade na de mis. Een tenger kind met vlechten, spillebenen en pianoles.

    Het beleg van Brussel, Frans Verleyen,

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • dunne spillebenen
    • lange spillebenen
    • magere spillebenen

    Als hij later terugkeert met de feestkleding om zijn wankele schouders, om de dunne spillebenen, om de polsen die vol gaten zitten, ziet hij eruit als een zieke vis verpakt in heilige teksten.

    De langverwachte, Abdelkader Benali,

    'Zie hem daar lopen, in dat verwijfd slipje, met die magere spillebenen.'

    Gras, Clem Schouwenaars,

    Hij at helemaal niet netjes. Hij at krom en scheef op zijn bank, zijn lange spillebenen scherp gevouwen, zijn voet om de poot van de bank gehaakt.

    De reis, Rose Gronon,

    spillebeen 2.0

    (schertsend)

    iemand met zeer dunne benen

    Betekenisbetrekking


    metonymie
    Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een spillebeen…

    is een persoon

    • [Uiterlijk] is mager, met lange, dunne benen
    • [Leeftijd] is meestal jong, bijvoorbeeld een kind of een jeugdig persoon
    • [Geslacht] is mannelijk of vrouwelijk

      Algemene voorbeelden


      Hij studeerde, net als wij, filosofie. Een spillebeen met zwarte sproeten en een grote, weke, vooral vormeloze mond.

      De tandeloze tijd. Dl. 1: Vallende ouders, A.F.Th. van der Heijden,