standvogel 1.0
vogel die het hele jaar blijft in het gebied waar hij is uitgebroed of heeft gebroed,
in tegenstelling tot trekvogels die in de winter wegtrekken; vogel die in zijn broedgebied
blijft
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een standvogel…
is een vogel; is een dier
- [Gedrag] blijft het hele jaar in het gebied waar hij is uitgebroed of zelf heeft gebroed
- [Voorbeeld of specimen] is bijvoorbeeld een merel, kraai, fazant, specht, ekster enz.
Algemene voorbeelden
Anders dan veel andere vogels trekken ijsvogels 's winters niet naar warmere streken. Het zijn echte standvogels, vogels dus die nauw gebonden zijn aan hun territorium.
Kraaien zijn bovendien standvogels, slechts zelden verwijderen ze zich uit het gebied waarin ze opgroeiden.
Sommige blauwe reigers zijn standvogels; andere verlaten hun broedplaats en trekken naar streken met een milder klimaat (Zuid-Europa en Zuid-Afrika).
Onze merels zijn standvogels (blijven hier het hele jaar).