stinkerd


stinkerd 1.0

iemand die stinkt; stinkend persoon
Ook gebruikt als scheldwoord.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een stinkerd…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] stinkt

    Algemene voorbeelden


    Esther wierp een stok, maar de echte rashond gedroeg zich niet als de onvermoeibare vuilnisbakjes. De hond keek het vliegende voorwerp na en rende een stukje die kant op als om te zeggen: 'Ik begrijp wel wat je bedoelt en ik wil je niet teleurstellen.' Maar het gebrek aan impulsieve gretigheid maakte dat ze de stok niet meer terug kon vinden toen ze hem uiteindelijk schoorvoetend ging zoeken. Mazzel voor jou dat je zo'n slechte neus hebt, stinkerd, dacht Esther.

    De tweede geschiedenis, Loes Wouterson,

    Gelukkig ruiken we onszelf niet. Want een mens is gewoon een stinkerd. Elke dag weer produceren wij indrukwekkende hoeveelheden winden, boeren, zweet, neuskeutels, slijm, pis en poep.

    Gazet van Antwerpen,

    Vaste verbindingen


    een rijke stinkerd

    1. ( pejoratief)
      iemand die rijk is; rijk persoon; rijkaard

      Synoniem: rijkaard

      Vroeger kochten de rijken zich nog wel eens een graf onder de vloer van een kerk. Deze mensen werden dan ook door het volk "rijke stinkerds" genoemd, omdat bij warm weer hun geuren door de kerk verspreid raakten.

      http://www.stervensbegeleiding.nl/boek/index.html,

      'Ze zouden de deur uitvliegen als warme broodjes. Ze zouden ze van mijn ezel halen. Een marine, kom dat is nu toch het onnozelste wat bestaat, wat aarde of rotsen of strand, en een zee, met eventueel een vogel of een bootje. En al die rijke stinkerds die een appartement bezitten met uitzicht op zee willen daar een marine hangen.'

      Ik ga altijd uit de weg voor een andere ezel, Jos de Man,

      Die Bokma heeft zich de hele bezetting gedrukt, is 'm in het laatste oorlogsjaar gesmeerd naar Parijs, waar een van z'n zusters met een rijke stinkerd getrouwd was en ze goed te vreten hadden.

      De Hunnen. Dl. 3: Vrede, Jan Cremer,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    stinkerd 2.0

    vervelend persoon; onaangenaam persoon

    Betekenisbetrekking


    metafoor
    Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een stinkerd…

    is een persoon

    • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is vervelend of onaangenaam; wordt vervelend of onaangenaam gevonden

      Algemene voorbeelden


      'Charlie, vertel eens,' versnelde hij plots zijn spreektempo, 'wat was er nu zo dringend? Terzake, vooruit.' Wat zit ik hier te doen met die stinkerd, dacht hij.

      Iedereen kan het, Christophe Vekeman,

      stinkerd 3.0

      In de verbinding in de, zijn stinkerd zitten.

      Vaste verbindingen


      in de stinkerd zitten; in zijn stinkerd zitten

      1. bang zijn; vrezen

        Synoniem: in [de, zijn] rats zitten; vrezen

        Door weinig slaap, slechts een hap tussendoor, door de aanslag die het slingerend, rollend en stampend schip op het lichaam had gepleegd en door het in de stinkerd zitten omtrent een dreigend tekort aan bunkers en zoetwater, waren we bekaf.

        http://www.voeks.nl/Derden/koud15.htm

        Eindelijk kwam Sjon weer naar buiten, met een recept en nog een doosje in zijn handen. 'Gelukkig!' zei Beppie, en aan haar toon kon ik merken, dat ze ook in d'r stinkerd gezeten had.

        Het verrotte leven van Floortje Bloem, Yvonne Keuls,