stola 1.0
( Publiek domein )
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een stola…
is een halsdoek; is een kledingstuk
- [Afmeting] is lang en breed
- [Materiaal] is gemaakt van een soepele, plooibare stof of van bont
- [Functie] wordt gedragen voor de sier, als elegant of modieus kledingstuk, of voor de warmte
- [Gebruikswijze] wordt gedragen om de hals en de schouders
- [Gebruiker] wordt gedragen door vrouwen
- [Waardering] wordt als modieus kledingstuk vaker gedragen in combinatie met een avondjurk
- [Omstandigheid] wordt vaker gedragen bij feestelijke gelegenheden
Algemene voorbeelden
Mevrouw Mijers was door Zijne Excellentie gecomplimenteerd vanwege haar toilet: zalmroze tafzijde, met een sleep, en een stola van Brusselse kant!
Vrouwen dragen paarse truien en zwarte stola's. Ze knutselen raffia-met-draad-constructies.
Het verslag is vlug geschreven: de eerste helft van het defilé, met de traditionele broekpakken van parelgrijs tot antraciet, met lang androgyn silhouet, redingotes en mantels met martingale zijn eeuwig mooi [...]. De accessoires zijn beperkt: pluizige stola's in namaakbont, kleine tassen, een enkele speld.
Eindeloos waren we opgehouden door de vice-directrice van de school. Een geblondeerde dame in de vijftig met een roze stola om haar schouders.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
stola 2.0
(religie, mystiek en mythologie)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een stola…
is een kledingstuk
- [Afmeting] is lang en breed
- [Kleur] kan allerlei kleuren hebben, is bv. paars of wit, of heeft de kleur van het kazuifel
- [Gebruikswijze] wordt om de hals en op de borst gekruist gedragen
- [Gebruiker] wordt gedragen door rooms-katholieke priesters, diakenen, pastoraal werkenden en geestelijken van een andere christelijke kerk
- [Toepassingsgebied of bereik] wordt gebruikt in de katholieke kerk, het protestantisme, de anglicaanse kerk en de oudkatholieke kerk
- [Omstandigheid] wordt gedragen bij geestelijke, liturgische handelingen, zoals de doop, de mis, het toedienen van een sacrament e.d.
Algemene voorbeelden
Ze dacht aan de huisprelaat die, aangeworven en betaald door haar weldoeners, toch ook voor haar, wekelijks, het brood en de wijn in Jezus veranderde. Met brosbleke vingers legde hij zijn paarse stola in de overslag van zijn superplie en ze wist niet wat ze van hem denken mocht.
De priester doet over zijn dagelijkse kleding eerst een amict om, een witlinnen schouderdoek, vervolgens trekt hij een albe aan [...]. Vervolgens hangt hij om de hals een stola, een lange band stof in de kleur van het kazuifel, dat als laatste wordt aangetrokken.