stoofsmid 1.0
((vooral) in België; verouderend)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een stoofsmid…
is een smid; is een ambachtsman; is een persoon
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is gespecialiseerd in het vervaardigen en herstellen van kachels
Algemene voorbeelden
Het heeft even geduurd alvorens Stan Ockers zich volledig op de fiets kon toeleggen. Tot zijn veertiende 'loopt hij school', daarna wordt er van hem een financiële bijdrage verwacht om de tienkoppige familie te onderhouden. Achtereenvolgens treedt hij in dienst van een stoofsmid, een kolenhandelaar en een diamantslijper. In zijn vrije uurtjes voetbalt en koerst hij. Pas als hij achttien is, kiest Stan Ockers voor de fiets.
Combinatiemogelijkheden
met eigennaam
Door die familiale problemen komt er van naar school gaan niets in huis voor Lowie. Hij gaat dan maar in de leer bij een timmerman, maar zelf ijzersterk, wordt Lowie aangetrokken door het smidsvak, dat hij van stoofsmid Cornelis Nieuwjaar leert, waarna hij van rijtuigmaker Verwilt zijn eerste beroepskansen krijgt.
Stoofsmid en slotenmaker Jean Van de Cappelle-Voye (1795-1866) woonde tot zijn overlijden in het bescheiden winkelhuis dat hij er had laten bouwen (nr. 57).
De hele familie was present om Guy De Schepper en Nicole De Jaeck te feliciteren met hun 50 jaar huwelijk. Het stel kon in 1964 de kachelwinkel van stoofsmid Gust Cornelissen overnemen, en zo ontstond de zaak Guy-Nico.
Toen in 1964 de kachelwinkel van Cornelissen (stoofsmid Gust) over te nemen kwam twijfelden ze er niet aan om zelfstandig te worden. En zo ontstond dan Guy-Nico…
met ander, nevengeschikt substantief
- stoofsmid en slotenmaker
Stoofsmid en slotenmaker Jean Van de Cappelle-Voye (1795-1866) woonde tot zijn overlijden in het bescheiden winkelhuis dat hij er had laten bouwen (nr. 57).