talentloos

Iemand had eens tegen mij gezegd: 'Wrijf de mensen toch niet in dat ze geen talent hebben, ze kunnen er niets aan doen.' Maar ik wreef ze niet in dat ze talentloos waren, wat ik ze inwreef was dat ze de rol die ze wilden spelen zo slecht hadden ingestudeerd.

De vraag hoe het komt dat niet hij maar Fritz Dieter en Günter Franke in de Baedecker-gids van Berlijn als architecten van de tv-toren worden genoemd is de laatste die aanleiding geeft tot klappen op tafel. "Het succes heeft vele vaders. Het is gelogen, ík heb de tv-toren ontworpen en zo staat het ook in de vakliteratuur. Maar ik ga er in het openbaar geen ruzie over maken. Ik ben rijk aan mogelijkheden en kundigheden, en ook aan vrienden. Dan ga ik deze talentloze zwijnen toch niet de grond in stampen? Dat zou toch niet eerlijk zijn?"

Casino is echter de film geworden van Sharon Stone. In één slag veegt ze als Ginger haar recente imago van oppervlakkige, talentloze blonde del van tafel.

Sinds hij voorwaardelijk weer op vrije voeten is, werd Tyson bedolven onder miljoenen dollars, spendeerde hij uren in de fitnesszaal en bokste hij twee profpartijen. In augustus '95 hield de lompe en talentloze Peter McNeeley het 89 sekonden vol.

Sarcasme en ijdelheid werden niet geduld, een grap over vrouwen, negers, mismaakten, homo's of over ziektes in het algemeen werd op schooljuffentoon gekritiseerd en bovendien kwam bijna elke man er na een paar borrels wel achter dat hij zich in een talentloze tuthola had verliefd.

Ton F. van Dijk, de meest ambitieuze apparatsjik van Hilversum, laf, kruiperig, schoppend naar beneden, likkend naar de boven-hem-gestelden en bovenal: talentloos.

Ze kan wel vermoeden wat er nu door hem heen gaat: toen je van de academie kwam lag de rode loper voor je uitgerold, voor jou, en niet voor mij, die zoveel meer in zijn mars had maar veroordeeld was tot lesgeven aan een stelletje talentloze, karakterzwakke lummels.

Mevrouw Mijers' stem klinkt hoger dan normaal en trilt wanneer zij losbarst in een reeks onsamenhangende mededelingen waaruit valt op te maken dat 'die Poolse' zonder toekomst, want talentloos, er vanaf het begin op uit geweest was Louis aan de haak te slaan, en het daarom met opzet tot een zwangerschap had laten komen.

De regering is niet geïnteresseerd in kunst, maar alleen in de derivaten ervan, in de droesem; haar staat geen kúnstbeleid voor ogen, maar slechts een personeelsbeleid voor het leger talentloze, schimmige, halfslachtige profiteurs dat over de kunst kakelt en congresseert en forumt en beleid uitstippelt en rapporteert.

Ik weet pertinent zeker dat mijn talrijke lezers mij dankbaar zijn [...], voor dit héle dagboek; dat ze uiterst tevreden zijn mij te hebben mogen lezen; dat niemand hen zo goed had kunnen inwijden in de fantastische wereld van Ronald Giphart als Ronald Giphart zelve (en niet een van die honderden omhooggevallen talentloze stumpers die in Nederland het literaire klimaat bepalen).

Ik schreef aan Jan Greshoff: "De uitgave die je mij stuurt is heel precieus, maar vind je het goed als het in De Gids komt?" Hij vond het goed, het komt in De Gids, en twee weken nadat die Gids uit is, kom ik op het Rokin in Amsterdam Herman Robbers tegen, wat een ontzettend goeie man was. Wat zei Boutens ook weer van hem? 'Een beste, brave, talentloze man'.

In Afghanistan zijn geen televisies, er is geen McDonald's, en de talentloze lelijkheid van de moderne kunst zul je er tevergeefs zoeken.

'Kunst versus Commercie', het is of je de jaren zeventig voor het laatst hoort echoën vanuit, jawel, 'afgronden van talentloze narigheid', om de aanstichter van het debat maar weer te citeren.