thuisdoelman 1.0
(voetbal; sport en recreatie; (vooral) in België. In tegenstelling tot het Belgisch Nederlands in het Nederlands Nederlands slechts sporadisch aangetroffen.)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een thuisdoelman…
is een doelman; is een verdediger; is een sportbeoefenaar
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] speelt een thuiswedstrijd
Algemene voorbeelden
Gelukkig hadden we een Bernard die gans het middenveld voor zijn rekening nam en zelfs op zijn eentje ten aanval trok. Op een hoekschop zet Luc Vande Velde voor naar Bernard, maar de thuisdoelman is attent.
Vroeg na rusten gooide de ploeg na de 0-2 van Buscaino alle angstcomplexen over boord, ze schakelde over op een hoger ritme en stevende gezwind naar een ruim verdiende zege. Ook omdat na de 0-3 de thuisdoelman Dewilde werd uitgesloten.
Bij het trappen van de strafschoppen hoopte iedereen dat thuisdoelman Mario David zich zou ontpoppen tot de man van wedstrijd.
De match kabbelde rustig verder tot Origi even dreigde, maar de Keniaan mikte in de armen van thuisdoelman Mathijssen.
Thuisdoelman David stopte kopstoten van Keita en Cornet en een schicht van Kindermans.
Na de rust startte Overpelt nog iets agressiever, maar thuisdoelman David had het alleen even lastig op een poging van de debuterende, maar sterk spelende Pinxten.
Een zoveelste uittrap van de thuisdoelman (die zich trouwens niets te verwijten heeft) beland bij Jordan, in één tijd tot bij Roland, en dan weet je het wel. 0-10.