tiptop 1.0
(informeel)
Algemene voorbeelden
'Hoe zag die man eruit?' vroeg Blok. 'Recht als een kaars,' snikte vadertje, 'geen spetje, geen smetje, alles tiptop.'
Tiptop gekleed in zwarte leren jas betrad de coach de grasmat.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: in
- tiptop in orde
'Er was helemaal niets met het huis aan de hand vóór uw vriend het huurde!' barstte de man plots los. 'Helemaal niets, zeg ik u. Het huis was tiptop in orde. Nieuw dak, nieuwe leidingen, vers behangen. En nu, moet u het nu eens zien!'
met werkwoord
- tiptop zijn
'Eventjes liggen en dan ben ik weer helemaal tiptop.'
Rap nummer zeven A. John: Meneer de agent Ik hou niet van een one-night stand Al is ze nog zo tiptop. Jacques: Stel, je loopt wat van zo'n wip op. Patrick: 'Wip op' In het Engels 'fuck of'. Jacques: Bijvoorbeeld een stuk of Wat van die SOA.
Een moderne evenementenhal moet volgens hem aan vier criteria voldoen. "Het moet er gezellig zijn, de akoestiek moet tiptop zijn, de veiligheid optimaal en alle technische faciliteiten moeten in huis zijn.''
- er tiptop bijliggen
- er tiptop uitzien
Maar één week voor de gisteren gehouden plechtige opening van zijn eigen vernieuwde internetkanaal ligt het hoofdkwartier er tiptop bij.
Vooral qua gedrag hebben de BBE'ers een voorbeeldfunctie en er word ook een hoop zelfdiscipline van ze verwacht. Zelfdiscipline betekend dat ze er altijd tiptop uitzien en dat ze er niet als vetkleppen bijlopen.
met ander, nevengeschikt adjectief
Ze had een heldere teint met blozende wangetjes, haar nagels waren tiptop schoon, haar witte blousetje was smetteloos en haar schoenen glommen als spiegels.
Hoe ziet de optimale verzekeringsportefeuille voor een doorsneegezin eruit? Je denkt dat je tiptop verzekerd bent totdat je in een schadegeval betrokken raakt. Tot je grote verbazing merk je dat je in deze situatie onverzekerd door het leven gaat. Ofwel kom je tot de bevinding dat je twee- tot driemaal voor het schadegeval verzekerd bent.