titulatuur


titulatuur 1.0

wijze waarop men iemand betitelt; gebruik van een titel of van titels; betiteling

Semagram (extra betekenisinformatie)


De titulatuur…

is een handelwijze

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is in het taalgebruik gebonden aan bepaalde conventies
  • [Object betroffen] is de wijze waarop men iemand betitelt of aanspreekt, bv. in een brief of in een gesprek
  • [Voorbeeld of specimen] is bv. de wijze waarop men iemand van adel of iemand die een bepaalde hoogwaardigheid of functie bekleedt, aanspreekt of aanschrijft

    Algemene voorbeelden


    De Taaltelefoon geeft voor het Nederlands advies over spelling, woordgebruik, grammatica, uitspraak, tekstconventies zoals titulatuur en adressering, formulering en stijl.

    http://www.kuleuven.ac.be/facdep/arts/bibliotheek/neerta.htm

    Bij de problemen op woordniveau gaat het vooral om kwesties in verband met de morfologie en het correcte gebruik van woorden (in een bepaalde context). Ook de titulatuur en de briefconventies leveren vrij veel taalvragen op.

    http://taaltelefoon.vlaanderen.be/dienst/jaarverslag/jaarverslag2000.pdf,

    titulatuur 2.0

    benaming, al dan niet door de overheid verleend, waaronder iemand een functie vervult en waarmee vaak ook een maatschappelijke positie of waardigheid wordt aangeduid; titel

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een titulatuur…

    is een taaleenheid

    • [Bezitter of eigenaar] wordt gevoerd door iemand van adel, een hoogwaardigheidsbekleder, iemand met een bepaalde functie of bevoegdheid, enz.

      Algemene voorbeelden


      In feite is een minister van cultuur dus volstrekt overbodig, of beter, hij zou zijn titulatuur moeten veranderen in minister van Schone Kunsten.

      Uitgeven in het digitale tijdperk; De oorlog om het electronische boek; Brugge 2002, Leo de Haes,

      titulatuur 3.0

      verzameling van titels die iemand heeft of mag hebben; de gezamenlijke titels waarmee personen uit een bepaalde goep betiteld kunnen of moeten worden

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      De titulatuur…

      is een verzameling

      • [Object betroffen] is het geheel van titels die iemand kan, mag of moet dragen; is het arsenaal aan titels van een bepaalde groep personen, bv. van personen van adel

        Algemene voorbeelden


        Zoals in een staat, wanneer er een nieuwe regeerperiode aanbreekt, volgt een soort troonrede, waarin de nieuwe machthebber zijn hele titulatuur aan het volk meedeelt en verkondigt hetgeen hij tijdens zijn regeringsperiode wil verwezenlijken.

        http://www.fenvlaanderen.be/fenomeen/oorsprong.htm

        Aan de accreditatie worden immers rechten verbonden met betrekking tot het verlenen van getuigschriften en voor studenten het recht op studiefinanciering en het voeren van titulatuur.

        http://www.vsnu.nl/show?id=3577=246,

        Den Haag wil immers graag aansluiting op de internationaal erkende en bekende titulatuur van bachelors, masters en doctors.

        http://www.anaxagoras.nl/publicaties.htm

        De hele hulpverlening in Nederland is wat titulatuur betreft al niet meer te onderscheiden van een willekeurig schoonmaakbedrijf. Het wemelt daar tegenwoordig van de trajectbemiddelaars, case-managers, zorgmakelaars en behandelcoördinatoren.

        NRC,